vrijdag 18 mei 2018

Aspirant-blogger onterecht bang voor leeg hoofd

Iedereen die een blog wil beginnen, vreest de dag dat hij geen inspiratie zal hebben. Dat hij uur na uur tevergeefs zijn lege hersens uitwringt terwijl de deadline nadert. Was hij maar eerder begonnen, denkt hij. Had hij maar gezorgd voor een reserveblog. “Wegens gebrek aan inspiratie heden geen blog,” dat moet hij de lezer melden en dat zou het einde zijn. Een afgang zou het zijn en dus gaan de meeste plannen voor blogs niet door. Jammer, want die angst is niet terecht. 
 

  
Zaterdag Voetnootvrij
Arnon Grunberg schreef zes dagen per week een Voetnoot op de voorpagina van de Volkskrant. Ik kan goed begrijpen dat hij stopt. Natuurlijk was het heerlijk om het lezerspubliek te beleren en de klus zorgde voor een goed en voorspelbaar inkomen. Intussen beheerste de rubriek wél zijn leven. Alleen op zaterdag was hij Voetnootvrij; ’s zondags moest hij het stukje voor maandag schrijven. Vakantie nam hij niet. Logisch dat je dan na vijf jaar vrij wil zijn om je aan andere zaken te wijden. Het is een geweldige prestatie, al schreef Simon Carmiggelt in het Parool veertig jaar lang zijn Kronkel over het dagelijkse leven, tot 1980 zes keer per week. Remco Campert (o.a. Het leven is vurrukkelluk, 1961) leverde zelfs gedurende zeventig jaar stukjes voor Elseviers Magazine, maar dat is een weekblad.     

Selectieve blik
Inspiratie was voor Grunberg nooit een probleem. Het dagelijkse leven en de krant zorgden voor voldoende onderwerpen. Als er al een probleem was, lag dat in het maken van een keuze, zei hij. En dat is ook mijn ervaring. Een rubriek heeft een bepaalde formule. Zo gingen de Voetnoten over het menselijk onvermogen om de gebaande paden te verlaten en werkten ze toe naar een licht confronterende conclusie. Die formule geeft een bepaalde kijk  op de werkelijkheid. Zonder formule gaan de ogen van de schrijver alle kanten op en kunnen dus geschikte onderwerpen niet herkennen.    

Praktijkvoorbeeld
Mijn blog bespreekt problemen bij het schrijven van een roman. Afgelopen weekend sprak ik op het familieweekend een kunstschilder die met pensioen ging. Dat leek mij ruimte te maken voor vrij werk waaraan ze nooit was toegekomen, maar zulk werk had ze niet. Meteen zag ik een blogpost voor me over het onderwerp pensionering en creatief werk, zoals een roman schrijven.
Een ander voorbeeld: door de publicatie van hoofdstukken Te grijs ontstaat een superkorte feuilletonversie. Ik had al de lijvige slotversie van 2017 en de dunnere versie 2018 met de essentiële hoofdstukken. Uit die laatste versie selecteer ik de feuilletonafleveringen. Een post over versiebeheer ligt voor de hand. Omdat door de selectie een voorraad ongebruikt materiaal ontstaat, dringt de vraag zich op wat daarmee te doen. Zo had ik drie onderwerpen voor deze post.

Geen keuzestress
Verbazing over het aanbod van items bracht me op het vierde, huidige onderwerp. De selectie was simpel. Ik weet nog niet precies hoe ik de versies ga beheren en hoeveel van het overtollige materiaal ik ga weggooien. De post over pensionering en creatief werk kan ik beter schrijven wanneer ik het hoofdstuk publiceer waarin mijn hoofdpersoon vreest voor het zwarte gat bij pensionering. In het hoofdstuk van deze week gaat Diederik op ziekenbezoek. Hieronder vind je een fragment en in een apart tekstblog de hele tekst.

Op ziekenbezoek  Diederik heeft getreuzeld bij het maken van een afspraak met zijn zieke vriend Piet. Hij vindt het vreselijk om zijn geliefden te zien lijden. Ook is hij bang om dingen te horen die zijn angst voor kanker bevestigen. Piet op zijn beurt reageerde traag op de mails van Diederik en had zijn telefoon steeds uit staan. Uiteindelijk heeft Diederik Piets vrouw gebeld en aan haar is het te danken dat hij nu omhoog klimt in een trappenhuis dat naar Amsterdams gebruik rommelig is en spaarzaam verlicht. Piet staat hem op de overloop op te wachten en in het schijnsel van de woningverlichting kan Diederik constateren dat hij ondanks maanden chemotherapie nog steeds een beetje bolle wangen heeft en ook niet kaler is geworden. Hij beantwoordt Diederiks omhelzing stijfjes, dat wel. Als hij voorgaat naar de bibliotheek blijkt hij bovendien te strompelen.
“Pijnlijke kuiten. Het duurt meestal maar een paar uur,
  legt hij op opgewekte toon uit. “Ik heb tot nu toe maar één dag gehad dat ik helemaal niet kon lopen, dus het valt erg mee.”

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL:
www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten