De
beeldverbinding met Berlijn komt moeilijk tot stand, maar dan is het zover.
Zoon Sebas verschijnt in beeld en meldt het Grote Nieuws: vriendin Renate is
zwanger. Hij richt het cameraatje op zijn vriendin en zij toont trots haar
blote buik. Daaraan is nog niets te zien, het is pas een paar weken.
“Jullie zijn de eersten die het horen,” zegt Sebas. ”Vanavond gaan we eten bij
Renates ouders en dan horen die het ook. Het kan allemaal nog mis gaan en veel
mensen wachten drie maanden voor ze het vertellen. Dat kunnen wij niet.”
Dan komt Renate weer in beeld.
”We nemen aan dat het alles goed loopt,” zegt Renate in het Nederlands, want dat
heeft ze gestudeerd, ze vindt Nederland interessant en het was op een
tentoonstelling van Nederlandse schilders dat ze elkaar ontmoetten. Sebas was
er met een Nederlandse vriend en had met hem uitgebreid besproken hoe leuk hij
Renate vond. Dat was toen nog een onbekende vrouw die ze steeds in andere zalen
tegenkwamen en die hun taal niet kende. Bij iedere ontmoeting was Sebas
enthousiaster geworden, ze was de mooiste vrouw die hij ooit gezien had, ze
moest fotomodel zijn, of filmster. Alsof het lot hen stuurde, was zij net als
Sebas en zijn vriend op de fiets gekomen, in Berlijn een minder gebruikelijk
vervoermiddel dan in Amsterdam. De fiets van Sebas stond zelfs naast de hare.
Toen ze opstapte had ze in het Nederlands gezegd:
“Ik dank je voor je complimenten. Ik ben helaas geen beroemd fotomodel, maar ik
ben accountmanager op een mediabureau dat veel werkt voor Nederlandse
bedrijven.”
Hartritme
Zo was het begonnen en nu was zij in verwachting van haar kind, het kleinkind
van Claudia en Diederik. Nadat ze haar buik weer heeft bedekt, zegt ze:
“Sebas heeft de hartslag van de baby opgenomen op zijn mobiel.”
En daar verschijnt de mobiel. Sebas houdt hem vlak bij de microfoon, maar het
geluid is zwak.
“Ik stuur het geluid wel,” belooft hij. Zijn ouders zijn al gelukkig met het snelle
ritme dat ze menen te horen. Diederik heeft tranen in zijn ogen en begint een
anekdote te vertellen over toen Claudia zwanger was, maar zijn zoon onderbreekt
hem.
“Pap, we moeten nu echt naar ons werk. Praat je mama niet de oren van het
hoofd? En ga je nu de medische check up doen, dat was je van plan. En mam, heb
je een beetje geduld met de aanstaande opa?”
Renate komt weer even in beeld en belooft dat ze goed voor hun kleinkind zal zorgen.
Na haar “tot spoedig ziens” en het ”bis bald” van Sebas gaan Claudia en
Diederik ieder huns weegs.
Hypotheekschandaal
Een uur later is Diederik
op zijn werk. In een roze waas loopt hij de zaal op. Onmiddellijk komt zijn
baas hem tegemoet.
“Waarom ben je er nu pas, waarom laat je niks van je horen? Iris zei dat je
misschien ziek was geworden. Zelfs dan moet je het op tijd melden, dat is een
kwestie van professionaliteit.”
Boos is hij, heel boos, dat ziet Diederik, maar hij staat in zijn recht.
“Ik luisterde naar de hartslag van mijn kleinkind. Mijn zoon kreeg het
bestandje gisteravond laat en we konden het beluisteren voordat hij naar zijn
werk ging. De ochtendvergadering was afgelast en er was niets bijzonders in het
nieuws.”
Dat schiet bij zijn baas helemaal in het verkeerde keelgat.
“Houd jij het nieuws wel bij? Kijk jij wel eens op internet naar een
nieuwssite?” Hij wijst op de oortjes die Diederik nog in heeft. ”De radio had
het nieuws ook. Er is tegenwoordig meer dan de dagelijkse courant, Diederik.”
“Sorry, ik denk altijd dat jullie wel bellen als het echt dringend is.”
“We hébben je gebeld. Pak je telefoon en kijk.”
Inderdaad, drie oproepen. Gek dat hij niks gehoord heeft. Of lag de telefoon in
een andere kamer. Dan ziet hij dat het geluid uitstaat. Hoe kan dat nou?
“Je vaste nummer hebben we ook gebeld. Er werd niet opgenomen.”
“Dat toestel doet het niet altijd, daar moeten we eens naar kijken. Maar ja,
normaal gesproken zijn we goed bereikbaar via onze mobieltjes.”
Niet de meest gelukkige claim in deze situatie. De baas legt met nadruk uit dat
bereikbaarheid bij Diederiks werk hoort. Als hij dat onrustig vindt, moet hij
een andere betrekking zoeken. Op dat moment wordt de baas zelf opgebeld, door
de topman van het hele bedrijf. Ook deze halfgod is boos, merkt hij aan de
reactie van zijn chef. Het gesprek is kort. Zich weer tot Diederik wendend,
zegt de chef dat ze over een kwartier zullen vergaderen over de
publiciteitscrisis.
“Ik hoop dat we dan wél van je rijpe inzichten kunnen profiteren.”
Gladiatorengroet
De baas is amper weg of
Iris loopt langs.
“Niet handig van je, Diederik,” zegt ze in het voorbijgaan. De andere
aanwezigen zitten over hun beeldschermen gebogen, alsof de publieke vernedering
van hun collega aan hen voorbij is gegaan. En Iris, die haar depressieve dip
achter zich heeft gelaten, laat hem nu ook in de steek. Hij zet zijn tas naast
een vrij bureau en loopt naar de wc, de impuls om te hollen met moeite
bedwingend. Hij gaat zitten en doet zijn broek omlaag, al heeft hij deze keer
geen enkele aandrang. Hij huilt net niet, laat apathisch de minuten
verstrijken, tot iemand aan de deur rammelt. Hij schrikt op.
“Fuck, de vergadering!”
Hij kamt zijn haar, kijkt zichzelf bemoedigend aan in de spiegel en brengt de
gladiatorengroet.
“Morituri te salutant,” zegt hij tegen zichzelf en recht de rug.
Als hij in het vergaderzaaltje arriveert, kan hij met moeite een stoel vinden, zelfs
een paar van zijn leeftijdgenoten zijn op het crisisberaad afgekomen. Op het
centrale beeldscherm staat het gewraakte nieuwsbericht getiteld: “Ook B-bank in
dubieuze hypothekenhandel.”
Iedereen uit zijn verontwaardiging over de manier waarop de media B-bank te
kijk zetten. De bewuste nieuwssite is toonaangevend. Er komen al de hele
ochtend vragen binnen van sensatiebeluste journalisten en er bellen verontruste
klanten. Wat zullen ze antwoorden? Er valt een stilte en Diederik trekt de
stoute schoenen aan en zegt: “Als het niet waar is, kunnen we het toch gewoon
ontkennen?”
Ongemakkelijke waarheid
Boy, maakt hij opnieuw een slechte beurt! Iedereen kijkt hem medelijdend aan.
Wat de media schrijven is zoals gewoonlijk in essentie waar, dat is nu juist
het probleem. Zijn baas legt uit dat B-bank - zonder lidwoord, zoals de
huisstijl voorschrijft - natuurlijk haar hypotheken in de vorm van obligaties doorverkoopt
aan investeerders over de hele wereld, net als alle banken dat doen.
“We zijn er zelfs heel goed in, hebben er nog niet zo lang geleden een prijs
voor gekregen. Natuurlijk geven we op dit moment weinig ruchtbaarheid aan die
kant van onze business.”
Diederik snapt het belang van discretie. Sinds de financiële crisis zijn
hypotheekobligaties het symbool van alles wat er vies en voos is.
“Hebben we ooit ontkend dat we de afgesloten hypotheken doorverkopen?” vraagt
hij. Misschien is dit ook een verkeerde vraag, maar hij wil nu weten hoe de
zaak in elkaar steekt, hij zit er niet voor spek en bonen bij. Zijn baas
aarzelt.
“Wat is ontkennen? In juridische zin natuurlijk niet, we moeten de verkopen
rapporteren in het jaarverslag. Wel is het altijd onze boodschap naar het
publiek geweest. Onze oer-Nederlandse B-bank houdt zich verre van het gerommel
op de internationale financiële markten.”
Weer een stilte, die opnieuw door Diederik wordt doorbroken.
“Is er iets verkeerds aan wat wij doen?”
Zijn baas ontkent dat stellig.
“Het zijn leningen met gemeentegarantie, onze klanten zijn helaas niet rijk. De
pakketten die we doorplaatsen zijn heel degelijk, we verkopen ze wereldwijd aan
pensioenfondsen en andere beleggers. Wij smeren niemand waardeloze hypotheken
aan van steuntrekkende gettobewoners, zoals Amerikaanse banken hebben gedaan.
En zij niet alleen.”
“Maar dan is het toch logisch dat wij discreet zijn over onze hypothekenhandel.
We willen gewoon niet met geknoei van anderen worden geassocieerd.”
Vrouwenhoofden met paardenstaarten knikken instemmend, gelaarsde benen bewegen
naar een meer ontspannen houding.
Hulp van Iris
“Er zou eigenlijk een keurmerk voor hypotheekhandelaren moeten zijn,” zegt Iris
bij wijze van grapje en Diederik ziet ineens de oplossing.
“De afgelopen tijd hebben we toch geen hypotheken doorverkocht?”
“Nee,” zegt de baas schamper. “Daar heb jij weer gelijk in. Maar de reden is
dat we geen nieuwe hypotheken afsluiten, omdat we onvoldoende geld hebben om leningen
aan woningbezitters te verstrekken. Wil je dat aan de grote klok hangen?”
Hij is nog steeds boos omdat Diederik niet in
touch was met het nieuws en onbereikbaar bovendien, maar die volgt zijn
eigen gedachten over deze interessante communicatie-casus.
“Misschien hadden we wel een andere reden. Kan het niet zo zijn dat we een
pauze hebben ingelast omdat we werken aan een plan om de hypotheekhandel
transparanter te maken, meer integer?”
“Door een keurmerk in te voeren,” vult Iris aan. De chef laat dit even tot zich
doordringen en knikt dan opgelucht.
“Ik stel voor dat Iris en Diederik een opzetje maken voor een persbericht. Dan
kan ik dat aan de CEO laten zien.”