vrijdag 30 maart 2018

Smachten medicijn voor tijdsversnelling bij ouderen

De tijd gaat sneller als we ouder worden. Als schoolkind was ik een wijsneusje en de kleinste van de klas. Ik zou genadeloos gepest zijn, als de pesters hadden geweten hoe ze tot me  door konden dringen, maar ik was te zonderling en moeilijk te begrijpen. De ellendige schooldagen kropen voorbij, tot het  onverwacht vakantie was en gelukkig duurde díe ook eindeloos.
Later als student in Leiden zat ik met mijn vrienden te bomen, muziek te luisteren en shag te roken zonder op de tijd te letten. Soms viel het ochtendlicht al over de eeuwenoude huizen aan de overkant van de straat als we afscheid namen.
Nu ik zestiger ben zie ik de dagen, de weken en zelfs de maanden bijna spoorloos verdwijnen. Zoals John Williams in Stoner (1965) schrijft over de hoofdpersoon, een ouder wordende, flegmatieke hoogleraar: “De tijd verstreek en het verstrijken zelf zag hij niet.”     
                                        (afbeelding: Mieke Hoppel: Verlangen)
Vergeten tijd
Uiteraard wordt ook de hoofdpersoon van Te grijs geconfronteerd met dit fenomeen, dat Douwe Draaisma analyseerde in Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt (2001). Eén oorzaak is optische vertekening: ons geheugen onthoudt geen tijd, maar gebeurtenissen. Als we terugkijken, herinneren we ons alleen de belangrijkste belevenissen. Omdat we het gebeuzel vergeten zijn, lijkt het of er in het verleden meer gebeurde dan nu en we er meer tijd en aandacht voor hadden. Verder gaan ons lichaam en onze geest trager werken, zodat we per geleefd uur ook daadwerkelijk minder meemaken dat beklijft. Een tweede oorzaak is van fysieke aard. Ons lichaam en onze geest werken trager, zodat we per geleefd uur ook daadwerkelijk minder meemaken.

Bewuster verlangen
In Draaisma’s visie is de versnelling van de tijd dus onverbrekelijk verbonden met onze levensloop.
Aan het begin van zijn leven rent de mens nog kwiek langs de oever van een rivier, sneller dan de stroom. Rond het middaguur is zijn tempo al wat lager en loopt hij gelijk op met de rivier. Tegen de avond, als hij vermoeid raakt, versnelt de stroom en raakt hij achter. Ten slotte blijft hij stil en gaat liggen, naast een rivier die zijn loop vervolgt in hetzelfde, onverstoorbare tempo waarin hij al de hele dag heeft gestroomd.”
Is er dan niets wat we kunnen doen? Ja, toch wel. Bewuster verlangen naar het weerzien met een dierbare, het behalen van een realistisch doel of gewoon naar mooi weer. Voor wie smacht, kan de tijd niet snel genoeg gaan.
 
Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

vrijdag 23 maart 2018

Nederlandse romancier stemt graag blanco

Politiek en literatuur zijn in Nederland bijna gescheiden werelden. Wat ligt er meer voor de hand dan een What if-roman te schrijven naar aanleiding van de overwinning van de Haagse Law and order-partij Groep de Mos? Stel dat de partij bij de volgende verkiezingen de baas wordt in Den Haag. Wat betekent dat voor een Islamitisch gezin uit de Schilderswijk?  Het programma van De Mos bepleit een daadkrachtige aanpak van problemen die bij allochtonen relatief veel voorkomen. En Richard de Mos zelf was een aanhanger van de Islamietenhater Geert Wilders, tot hij in 2014 voor zichzelf begon. Ik hoop dat hierover een roman in de maak is, maar ik vrees van niet.
Aan de linkerkant van het politieke spectrum is ruimte voor een roman over wat een welgestelde ondernemer voor de kiezen krijgt als Groen Links in 2022 de meerderheid krijgt in de gemeenteraad. Ook daar kun je een boek overschrijven.


Onderworpen Houellebecq  
Het is in dit verband ook verbazend dat voorafgaand aan de parlementsverkiezingen van vorig jaar geen roman is verschenen over de toen algemeen verwachte overwinning van Geert Wilders en zijn PVV. Hoe zo’n roman eruit kon zien, had Philip Roth al in 2004 laten zien in Het complot tegen Amerika. Daarin wint luchtvaartpionier en Hitler-bewonderaar Charles Lindbergh de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1940, als de VS nog neutraal zijn in de oorlog in Europa. Het boek beschrijft de belevenissen van een burgerlijk Joods gezin in Newark als een sterk antisemitisme de kop opsteekt.
Een ander voorbeeld is Onderworpen van Michel Houellebecq. Na de Franse verkiezingen van 2022 komt de Islamitische partij aan de macht. De hoofdpersoon verliest zijn baan aan de Sorbonne, maar kan later komen werken aan de Islamitische universiteit. Deze functie geeft hem recht op drie jonge, gedweeë echtgenotes. Tot grote woede van veel lezers eemt hij de baan.  

Koch en Thomése
Nederlandse romans waarvan de romanschrijvers duidelijke partijpolitieke standpunten innemen, ken ik niet. P.F. Thomése beschrijft in Wladiwostok (2014) een spindoctor en de politicus die hij ondersteunt. Herman Koch voert in Het diner (2009) een politicus op als broer van de hoofdpersoon. In De greppel (2016) is een niet zo heel fictieve burgemeester van Amsterdam de ik-figuur die worstelt met het ouder worden.

In dat laatste lijkt hij sterk op mijn hoofdpersoon in Te grijs. Diederik heeft echter geen politieke functie, maar stemt. Verkeerd, wat ruzie betekent met zijn echtgenote.
“Ik heb je niet goed verstaan, denk ik,” zegt Claudia. ”FvD?”
Diederik noemt met aarzeling de volledige naam.
“Forum voor Democratie, daarop heb ik gestemd. Die zijn voor afschaffing van die belachelijke erfpacht hier in Amsterdam.”
“Maar…” Ongeloof en verbijstering snoeren haar de mond.
“Dat is toch de partij van die eikel Baudet?”
“Je moet het lokaal bekijken. Hier zit heel iemand anders.”
“Maar zijn partijleider praat wel over Nederlandse waarden en is tegen Europa. En hij heeft die groezelige roman geschreven over een gigolo. Baudet is gewoon een vrouwvijandige lul. En als je op hem stemt ben jij ook een lul. Gatver.”
Boos staat ze op.
“Ik wilde eerst net als jij stemmen,” verdedigt hij zich. ”Maar de erfpacht…” Hij kan zijn zin niet afmaken, want ze heeft de deur al achter zich dichtgeslagen.


Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

vrijdag 16 maart 2018

Belaagd door het regelnoodspook

Deze week beving mij de angst voor regelnood, voor gebrek aan tekst. Ik had een scène uit Te grijs opgestuurd aan een kritische vriendin. Die prees het fragment maar vond onder andere dat het een stuk korter kon. Zij gaf een aantal voorbeelden van overbodige regels en legde uit waarom die gemist konden worden. De meeste voorbeelden waren overtuigend en het kostte me verbazend weinig moeite om er andere schrappassages aan toe te voegen. Uiteindelijk raakte ik er van overtuigd dat het hele verhaal een kwart korter kan zonder dat er iets waardevols verloren gaat. Dan is er helaas te weinig kopij voor een boek. Ik heb na die ontdekking een paar nachten slecht geslapen, al speelde daarbij ook tandartsbezoek een rol.

Ideaal = 90.000.  
De journalist en schrijver Dennis Rijnvis geeft op zijn site Schrijfvis 80.000-90.000 woorden als ideale lengte voor een uitgever. Daarmee kan hij een substantieel boek van 250 tot 300 pagina’s maken. Tienduizend woorden meer is nog acceptabel. Door de afstand tussen de regels en de woorden kleiner te maken hoeft te lezer dat niet te merken. Veel meer moet je niet aanleveren. Bij een lengte van 110.000 krijg je waarschijnlijk het verzoek om in te korten. Of niet. J.J. Voskuil kreeg zijn uitgever zover dat hij de 1,5 miljoen woorden van Het bureau accepteerde. Hij publiceerde zes delen van gemiddeld 250.000 woorden.

Angst negeren
Als je 60.000 woorden inlevert, is de kans groot dat je uitgever je vraagt om bij te schrijven, aldus Rijnvis. Het boek wordt anders te dun. Dat schrikt kopers van papieren boeken af en die vormen nog altijd de meerderheid.
Ik sloot 2017 af met een manuscript van 73.000 woorden, een alleszins acceptabele lengte. Ik had echter diepe twijfels over een episode van 5.000 woorden, die leuk is, maar misbaar. Resteren 68.000 woorden. Maak dat compacter, en de roman Te grijs slinkt al snel tot een miezerige 51.000 woorden.
Terwijl ik dit schrijf, besef ik dat ik deze angst moet negeren. Als passages overbodig zijn, moet ik ze schrappen, ongeacht de gevolgen. Bovendien is het onderwerp, de confrontatie met het ouder worden, zo rijk dat er nog gemakkelijk 20.000 woorden over communicatiemedewerker Diederik te zeggen vallen. In het volgende fragment staat onze bankemployé bijvoorbeeld te praten met twee andere zestigers. De schrapvoorstellen staan tussen haakjes.    
Lawaaiig tasje
“Uiteraard lees je je boeken op een e-reader,” zegt de souschef plagerig.
De drukwerkcoördinator maakt een afwijzend gebaar.
“Dat vind ik geen echt lezen. Een boek moet in je hand liggen en als je het dicht bij je neus houdt, moet je het papier kunnen ruiken.”
“Ik ben het helemaal met je eens,’’ zegt de souschef. “Ik lees papieren boeken en de papieren krant. Punt. (weglaten: De krant is wel veranderd. Nauwelijks nieuws op de voorpagina. Een of twee berichten en een opgeblazen foto.) Ook al ritselt de krant niet meer.”
Dat is Diederik ook opgevallen. Hij pakt een krant van de tafel en frommelt met het papier. Er is nauwelijks iets te horen.
“Volgens mijn zoon kan ik bepaalde hoge tonen niet meer horen,” zegt hij. “Sebas, zo heet (mijn zoon)  hij, vouwde laatst een boodschappentasje op om het te bewijzen. 'Kijk pap, dit maakt nog meer herrie dan de krant, dit hoor je zeker.’ Ik had het opvouwen van de krant niet gehoord en dit gaf volgens mij ook nauwelijks geluid. Ik herinner me niet dat zulke tasjes überhaupt herrie maakten als je ze vouwde. (Van de andere kant: zo’n jongen wil me natuurlijk iets duidelijk maken en hij weet dat deze materie gevoelig ligt).”
De drukwerkman wijst iedere suggestie van gehoorverlies resoluut van de hand.
“s Nachts word ik wakker van het minste gerucht.”

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

vrijdag 9 maart 2018

Ranzigheid alleen als die functioneel is

Ondanks dat frequente constipatie en andere spijsvertereringsproblemen ons gevoelsleven permanent beïnvloeden, komen ze in de meeste romans niet voor. Dit lijkt merkwaardig, omdat de roman het gevoelsleven als onderwerp heeft. Het kenmerk van deze literaire vorm is echter efficiëntie. Een epos zoals dat van Homerus (ca. 850 v.Ch.) wordt gekenmerkt door letterlijke herhalingen. Wie Multatuli’s Max Havelaar leest, moet zich door duizenden woorden over Amsterdam heenworstelen die alleen bedoeld zijn om het verhaal over Indië geloofwaardig te maken. De tegenwoordige roman vermijdt zulke ballast. Ons gevoelsleven is een proces, aangestuurd door talloze gebeurtenissen. De roman duidt dit proces aan, waarbij de alledaagse krachten als bekend worden aangenomen en dus kunnen worden weggelaten. 

Sexualpraktiken
Behalve de wens om efficiënt te zijn, is er de angst om de lezer weg te jagen door taboes te doorbreken. Uitzonderingen zoals het immens succesvolle Vochtige streken (2008) van Charlotte Roche bevestigen hier de regel. Het  boek dankte zijn succes aan zijn ranzigheid of, zoals een Duitse website het formuleerde: Feuchtgebiete wurde insbesondere durch den sehr offenen Umgang der Protagonistin mit ihrem eigenen Körper und verschiedenen Sexualpraktiken bekannt. Het boek gaat over een vrouw die bij het scheren van de intieme delen een aambei raakt en zo in het ziekenhuis terecht komt. Er is hier sprake van onvermijdelijke ranzigheid, omdat de schrijfster juist die bespreekbaar wil maken. Ik heb het boek zelf snel weggelegd.
Flipperkont
Er bestaat ook ranzigheid als stijlfiguur. P.F. Thomese gebruikt die in J. Kessels.The novel (2009). Zijn hoofdpersoon denkt terug aan de billen en borsten van de vroegrijpe Birgit, dochter van de eigenaar van een snackbar, die beroemd is vanwege de grote frikandellen. Het is lang geleden, want behalve een flipperkast heeft de zaak ook een jukebox. Die speelt You’ve got this strange effect on me (1965) van Dave Berry terwijl de hoofdpersoon achter de flipperende Birgit staat.
De olie droop als vers zweet tappelings van de tegels, achter de toonbank liet Pa de Braaij de negerlullen fluisteren en sissen in de gloeiende vetkorven, de kont, de zilveren meisjeskont, de kogelronde flipperkont danste voor mijn ogen, werd ronder en ronder, Dave Berry vond het maar een heel vreemd effect.
De hoofdpersoon drukt zich vervolgens tegen Birgits kont aan en wordt de zaak uitgezet.

Functioneel ranzig
Zelf worstel ik met functionele ranzigheid. Hoeveel daarvan is nodig om de lezer van Te grijs duidelijk te maken dat de stoelgang het leven van mijn hoofdpersoon beheerst? Hij durft bijna niet in de pot te kijken uit angst bewijzen te zien voor de ziekte die hij vreest. Hij huivert al bij de aandrang en die voelt hij vaak en heftig, want hij heeft inderdaad darmkanker.
Een meelezer zei dat ik om deze redenen vaker naar Diederiks stoelgang moet verwijzen, maar ik aarzel. Ik zal zijn echtgenote een keer laten klagen dat het wc-papier zo snel op is. Hij kan een keer een telefoontje mislopen omdat hij in het kleine kamertje zit. Maar de lezer iedere keer naar de plee meeslepen en met afschuw in de pot laten kijken? Nee, dat laat ik aan Charlotte Roche over, als idee voor een nieuw boek.

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

vrijdag 2 maart 2018

Ouderdom vooral voor mannen een schok

Vijf dagen ben ik meegeploeterd met de fitste sneeuwschoenlopers van ons reisgezelschap. Meestal liep ik achter iemand die 23 jaar jonger was en die kon ik tot mijn verbazing bijhouden, meeliftend op haar lichte pas. Uiteraard was er wel een verschil in fitheid aan het einde van de wandeling. Zij was licht vermoeid en ik uitgeput.
Toch deed dit feit mij (en mijn personage Diederik) beseffen hoe relatief ouderdom is. Ik kan beter wandelen dan ooit en ook beter schrijven. Dat is vooruitgang. Daar tegenover staat verlies aan gehoor, zicht en reactiesnelheid to name but a few. Het is een veelkantig en moeilijk duidbaar proces: “voetje voor voetje, zonder dat je het merkt, wordt je leven ouder”, zegt de Romeinse politicus en schrijver Cicero (106-43 v.Chr.) in De kunst van het ouder worden. Volgens hem is de ouderdom een leuke periode, zolang je jezelf maar blijft uitdagen en sociaal actief blijft. Een eigentijdse visie.




Allemans andersheid
Ouder worden mag sluipenderwijs gaan, toch is er een eerste moment dat je beseft dat je onherroepelijk een nieuwe levensfase bent binnengegaan. Franse vrouwen krijgen een duidelijk signaal, wanneer ze met madame aangesproken worden in plaats van met mademoiselle. Vaak komt het besef van binnenuit. De Amerikaanse schrijver Philip Roth beschreef het in Alleman (2006): “Een gevoel van andersheid had zich van hem meester gemaakt. (…) Niets wekte nog zijn bevrediging, zijn schilderen niet, zijn familie niet, zijn buren niet – niets behalve de jonge vrouwen die hij voorbij zag joggen.” Alleman is drie keer getrouwd en zeer gevoelig voor vrouwelijke charmes. Hij moet echter constateren dat ze hem niet meer zien staan.
Allemans andersheid is een negatieve definitie van ouderdom. Ze staat voor de afwezigheid van wat hij vroeger allemaal had toen hij nog een “compleet leven” leidde.


Wetende vrouwen
De somberheid van Roth/Alleman over de ouderdom komt misschien mede door zijn man zijn. Martine Boyer-Weinmann stelt in haar Anthropologie littéraire de l’âge (2013) dat voor mannen de ouderdom een onaangename verrassing is: “vrouwen zijn realistischer, ze kijken vooruit.”
Dat moge zo zijn. In ieder geval is de hoofdpersoon van Te grijs, Diederik, geschokt als hij beseft dat hij oud wordt.
“Die middag gaan Diederik en Claudia filmpjes kijken van Sebas en kinderen waarmee hij speelde. Sommigen zijn nog steeds bevriend, net als de ouders. Ze zien Sebas en zijn vriendjes opgroeien van hulpbehoevende babies tot babbelende peuters en later zelfstandige basisschoolkinderen.  
“De ouders zijn eigenlijk weinig veranderd,” merkt de gastvrouw peinzend op. ”Behalve Diederik, die is echt ouder geworden.”
Iedereen lacht, want ze zien meteen wat ze bedoelt, ook Diederik. Ze kijken hem lachend aan, wetend dat hen dezelfde metamorfose te wachten staat. Hij kijkt onthutst naar Claudia, die ook lacht en zegt:
“Wat kijk je nou ongelukkig? Het staat je goed, die oude kop.”
Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com