Ik groeide op in een geruststellende wereld waarin een oneindig
goede God over je waakte. Mocht je een ongeluk krijgen, dan zag je je ouders in
de hemel terug. Daar aanbad je de heer en at rijstebrij met een gouden lepel. Die
beperkte activiteit leek me saai, maar je was volmaakt gelukkig in de aanbidding
van het Lam Gods, verzekerden mijn ouders mij.
De ene God bestond namelijk uit drie personen: een oude man met een baard omgeven door twee dieren, te weten een lam en een duif. De man met de baard was God de vader en het lam zijn zoon. De duif was de heilige geest, maar had geen duidelijke functie in het gezin, waar de moeder ontbrak. Er was slechts een draagmoeder die op mysterieuze wijze door de vader zwanger was gemaakt.
God was overal en zag dus alles. Een persoonlijke “engelbewaarder” waakte over
je veiligheid, tenzij het in Zijn Plan lag dat je onder de tram zou komen of
aan een ziekte zou sterven. Daarvoor moest je juist dankbaar zijn, want in het “hiernamaals”
werd je voor je lijden beloond. Hoe dit kon, terwijl iedereen in de hemel al
volmaakt gelukkig was, vroeg je je niet af.
De Waarheid
Je geloofde het allemaal omdat het de Waarheid was. Je was immers
niet bijgelovig zoals de heidenen die de verkeerde beelden aanbaden. Of erger nog
zoals de protestanten. Die hadden dezelfde bijbel als wij maar trokken andere conclusies,
wat resulteerde in een gevaarlijke dwaalleer.
Ik ben al decennia buitenkerks en zelfs ongelovig. Maar daarin is verandering gekomen
sinds de Droom. Ulrakort was die: mijn (overleden) moeder luisterde naar één zin
die ik tegen haar zei:
“Mama, ik kom naar je toe”. Getroost werd ik wakker.
De eenvoudigste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit
blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Open
op de klaplijst Reageer als en klik op Naam/URL.
Voer je naam in en gebruik als URL: www.mn.nl. De reactie wordt dan gepubliceerd onder jouw naam