vrijdag 26 januari 2018

Meelezers krijgen gewenste happy end


Een van mijn lastigste karaktereigenschappen is wat je zelfstandig denken kunt noemen of grenzeloze eigenwijsheid. Ik houd gemakkelijk vast aan mijn eigen mening, ook al wijkt die af van de visie van alle anderen. Ook neig ik tot onaangepast gedrag, ik ben een beetje een zonderling. Dat maakt de communicatie met anderen moeilijk. Regelmatig hebben mensen zelfs geen idee wat ik wil zeggen. In de journalistiek was dat geen probleem, omdat de eindredacteur mij dwong mijn bijdrage af te stemmen op het publiek. Nu ik zelfstandig schrijver ben, vervult een lezerspanel de eindredactionele functie.   


Vriendenpanel
Een zwakte van mijn model is, dat de meelezers hun werk doen als vriendendienst en dus persoonlijk betrokken zijn bij mij en mijn partner. Bij het beoordelen van een autobiografische roman als Te grijs speelt dat een rol, maar in welke mate is moeilijk te zeggen. Zo is een algemeen kritiekpunt op het verhaal de plotselinge terugkeer van Claudia naar haar man Diederik zodra hij kanker blijkt te hebben.
Ik dacht dat deze terugkeer voor de lezers vanzelfsprekend zou zijn. Claudia is alleen pissed off door zijn somberheid en de voortdurende ruzietjes. Ze ziet haar bijna levenslange relatie met haar man ontsporen en wil in eenzaamheid analyseren wat er gebeurt en wat ze voelt. Daarmee is de verhouding niet voorbij, hij ligt daar als unfinished business. Het welzijn van Diederik gaat haar nog steeds ter harte en als hij in nood is, snelt ze te hulp.    
 
Hereniging ondoordacht
De meelezers vinden dit een ondoordachte actie. Zij vrezen een situatie zoals Ian McEwan beschrijft in De kinderwet. De zestiger Jack is na een uitstapje naar een jongere vrouw weer terug bij zijn leeftijdsgenoot en vrouw Fiona. Ze liggen in het halfdonker in bed “terwijl buiten de kamer de schoon geregende stad op haar zachtere nachtelijke ritmes overging en hun huwelijk moeizaam werd hervat (…)”. Met Jack en Fiona lijkt alles goed te komen. Bij Diederik en Claudia hebben de meelezers grote twijfels en verwachten dat de spanningen weldra weer zullen oplopen. Zij willen een happy end voor de twee romanfiguren.
 
Taylor en Burton take 2
Mijn meelezers hebben de tijd genomen om het manuscript schriftelijk en mondeling te becommentariëren. Op mijn verzoek. Wat hun beweegredenen ook zijn, ik moet hun twijfel aan de hereniging serieus nemen. Ik zal dus laten zien dat Diederik minder angstig en positiever wordt na het al dan niet tijdelijke verlies van partner, baan en gezondheid.
De lezer mag de hervatting van de relatie dus met enig vertrouwen tegemoet zien. Het wordt niet Liz Taylors tweede huwelijk met collega-acteur Richard Burton, dat net als het eerste fout liep. Eigenzinnig als ik ben, handhaaf ik echter de laatste zin van Te grijs, waarin Claudia haar terugkeer aankondigt als bij Diederik kanker wordt vastgesteld. “Als jij door de hel moet,” zegt ze ”ga ik met je mee.”

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL:
www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

 

vrijdag 19 januari 2018

Meeslepend verhaal over saaie vorstin

Ik geloof dat ik de laatste Nederlander ben die Netflix heeft genomen en naar The Crown kijkt. Met veel genoegen, trouwens. De makers stonden voor een grote uitdaging. Tijdens de regering van Elisabeth II zijn de Duitsers verslagen, is het Britse wereldrijk verloren gegaan en werd Groot-Brittannië een moderne monarchie. De Kroon, de Koningin dus, speelde daarin echter geen rol. Ook als persoon was ze kleurloos. Onze koningin Wilhelmina regeerde mee, Juliana ontsnapte geregeld aan het protocol, Beatrix was een scherpzinnige vorstin met visie. Elisabeth wist alleen wat af van paarden en honden en deed haar plicht.


Ruige leegte
Toch hebben de makers van The Crown in Elisabeth II een dramatisch verhaal gevonden. Ze kwam op de troon als 26 jarige vrouw, niet bijster snugger, laag geschoold en zonder veel warmte of charme. Wel had ze ambitie en daarin lag het verhaal, het centrale thema. De hofhouding dempt ieder initiatief van haar, premier Churchill en de andere politici lopen beleefd buigend over haar heen. De meeste mensen in haar positie waren snel afgeknapt en vertrokken naar de ruige leegte van de Schotse hooglanden. Elisabeth II bleef overeind en vond een manier om haar plichten als koningin te vervullen.
 
Thee en kraamhulp
Een dergelijke dramatische lijn zoek ik voor Te grijs. Het liefst had ik de methode van Hella Haasse (Oeroeg 1948, Heren van de thee 1992) gevolgd. Zij piekerde net zo lang tot de vorm van het verhaal haar ineens te binnen schoot. Deze efficiënte aanpak was voor haar de enig mogelijke: “Ik kan niet alvast het een en ander op papier zetten, een beetje experimenteren... niets lukt me.” Tot ze ziet wat ze eigenlijk wil vertellen.
Ik zelf heb het licht niet gezien. Ik ben gaan schrijven en heb nu tweehonderd pagina’s “losse flarden” zoals thrillerschrijfster Esther Verhoef (Rendez-vous 2006, De kraamhulp 2014) dat noemt: gedachtes, dialogen, sfeertekeningen. Net als ik produceert ze die flarden op intuïtie. Pas later ontdekt ze het verhaal en begint “het grote schrappen”.
 
Diederik II
Gezien de productie van Verhoef bereikt ze die fase binnen een redelijk tijdsbestek. Het kan ook anders. Gabriel García Marquez zocht 5 jaar naar de juiste toonzetting voor Honderd jaar eenzaamheid (1972). Toen dacht hij plotseling aan het uitgestreken gezicht waarmee zijn grootmoeder haar volstrekt ongeloofwaardige verhalen vertelde. Toen wist hij hoe hij zijn eigen verhaal wilde vertellen en schreef een meesterwerk.
Dat hoop ik natuurlijk ook te doen, maar eerst moet ik het drama vinden van de ouder wordende bankemployé Diederik. In feite een saaie man die met moeite het hoofd boven water houdt. Een beetje zoals koningin Elisabeth II.

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL:
www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com

vrijdag 12 januari 2018

Gelukkig zijn - voor schrijven een noodzaak

Merkwaardig genoeg beleven we onze gelukkigste momenten als we totaal geabsorbeerd zijn in een activiteit. Als we bezig zijn zonder twijfel aan het nut van wat we doen, zonder gedachtes aan hoe we onze tijd beter kunnen of zelfs moeten besteden, zonder aandacht voor wat anderen van ons denken.
Je ziet dat geluk bij een kind dat haar pop aankleedt terwijl ze het geruststellend toespreekt. Bij een sportvisser die alleen let op zijn dobber en op bewegingen in het water. Bij een hobbykok die een gladde roux maakt.


Scripta manent
Zulk meditatief geluk is zelden de hoofdreden om een roman te schrijven. Roem en rijkdom staan meestal hoger op de lijst. Roem in de vorm van Tv-optredens en een uitnodiging voor het Boekenbal to rub shoulders met de Grote Auteurs. Rijkdom dankzij tonnen jaarlijkse royalty’s, zodat je een huis kunt kopen aan de Amstel met uitzicht op de rivier en een ommuurde tuin om tomaten, vijgen en druiven te kweken. Verder trots omdat er een roman met je naam erop in de etalage van de boekhandel ligt. En natuurlijk het geloof in scripta manent. Wie schrijft, zou eeuwig voortleven in zijn werken.
Van hen die een roman voltooien, wordt slechts een enkeling met roem en rijkdom beloond. Momenten van diep geluk vallen echter aan allemaal ten deel, daar ben ik zeker van.
 
Cocon van niet-bestaan
“Zodra de schrijver schrijft, stopt hij schrijver te zijn,” constateerde Joost Zwagerman (Vals licht 1991, De buitenvrouw 1994, Duel 2010) in de Volkskrant van 18 november 1999. Als auteur werk je in een cocon van niet-bestaan, aldus Zwagerman: “Je leeft louter in tekst - tekst die nog moet komen. Je wordt niet meer gehoord en kunt dus weer als vanouds praten tegen iemand die niets terugzegt. Je bent vrij: je bent een God in het diepst van je gedachten.”
Het spelende kind, de visser, de kok, ze zijn allemaal gelukkig in die cocon van niet-bestaan. Net als de schrijver, maar er is één verschil. Bij hen is geluk een bijproduct van wat ze doen. Bij de schrijver zijn momenten van geluk noodzakelijk voor de productie. Welke motieven iemand ook maar heeft om een roman te schrijven, hij zal af en toe gelukkig zijn. Hij moet wel.

Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com
 

vrijdag 5 januari 2018

Een he said, she said-story is een brug te ver

Ik heb niet de gewoonte om op mijn beslissingen terug te komen. Deze week kwam ik toch in de verleiding. De oorzaak was de knappe drie-paar-ogenconstructie in de thriller Het meisje in de trein (2015) van Paula Hawkins. De Britse schrijfster laat het verhaal vertellen door drie vrouwen die verbonden worden door hun liefde voor dezelfde man.
Het niet zo jonge, onvruchtbare “meisje” uit de titel, Rachel, passeert in de trage forensentrein haar voormalige rijtjeshuis waarin zij de nieuwe vlam van haar ex ontwaart, eerst zwanger, dan met baby. Vier huizen verderop wonen twee bijzonder aantrekkelijke mensen die in Rachels fantasie een droomhuwelijk hebben. Mede omdat Rachel haar ex-man stalkt, komt ze voor in de verhalen van de andere twee vrouwen. Die verschillen, maar over de feiten zijn ze het eens.
 


He said, she said-story
Even wilde ik Hawkins constructie gebruiken voor Te grijs. Toen hoorde ik van de Amerikaanse thriller Gone girl (2012) van Gillian Flynn. In haar twee eerdere romans schreef de auteur over mensen die zich niet kunnen binden. Gone girl (ook de titel van de vertaling) gaat over twee mensen die zich wél gebonden hebben, ze zijn getrouwd.
"I liked the idea of marriage told as a he-said, she-said story, and told by two narrators who were perhaps not to be trusted," zei Flynn. De echtelieden vertellen hun eigen verhaal, maar hun versies van de werkelijkheid verschillen nogal, mede omdat ze wat rommelen met de feiten.
 
Lastig realisme
Dat mensen in verschillende werkelijkheden leven, is natuurlijk realistisch, maar lastig voor de lezer en voor de schrijver. Als ik kies voor echte meerstemmigheid, moet ik een tweede subjectieve werkelijkheid creëren, namelijk die van Diederiks vrouw Claudia.
Bovendien wordt mijn boek over ouder worden dan het verhaal van een huwelijk uit de mond van beide partners. Relationele verwikkelingen zijn nu al het deel van het verhaal waar ik het meest mee worstel, ook al laat ik het met gezag door één persoon vertellen. Ondanks eigen ervaring, vind ik het heel lastig om uit te leggen waarom twee mensen hun levens vervlechten. Flynns visie op het huwelijk bemoedigt me niet. Zij noemt het huwelijk the ultimate mystery.


Het reactieveld onder dit blog komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld. Je kunt me natuurlijk mailen op michiel.nooren@outlook.com