vrijdag 31 maart 2017

“Het verlangen” dat je idee gejat is voor de film

Heeft regisseur Joran Lürsen van Het verlangen ons idee gejat? Die vraag drong zich op aan ondergetekende en zijn coauteur van In de schaduw van de Wolkenkrabber toen we deze feel good movie bekeken. Ons boek uit 2012 gaat over een uitgever die een commercieel profiel voor een reeks thrillers zoekt en daarvoor een voluptueuze jonge vrouw in dienst neemt, Marjan de Vries. Zij speelt haar rol als bestsellerauteur heel bekwaam, tot de roem haar naar het hoofd stijgt. Ze wordt dronken op het boekenbal en eist meer geld en invloed op de inhoud van nieuwe boeken. Ze eindigt in de Amstel, bij de aanlegplaats voor de begrafenisboot.

Onooglijke zonderling
In de film spelen Gijs Naber en Alex Klaasen twee uitgevers die een veelbelovend manuscript ontvangen van een onooglijke en stotterende zonderling, vormgegeven door Peter Bolhuis. Ze besluiten het boek op de markt te brengen als werk van een bevallige jongedame in de persoon van Chantal Janzen. Die stuwt de oplage van Het verlangen op tot grote hoogte en viert triomfen als topauteur. De echte schrijver wordt jaloers en eist publieke erkenning. Dit probleem wordt opgelost door deze voyeuristische gnoom te vermoorden, zij het niet door verdrinking.       

Thema Frankenstein
De langbenige Chantal Janzen heeft andere charmes dan de zeer mollige Marjan de Vries. De dikkige gnoom Bolhuis vertoont geen enkele gelijkenis met onze slanke mannelijke auteur, die een womanizer is.
Ook in het plot zijn er ten opzichte van ons boek rollen verwisseld. In de film komt de echte schrijver in opstand, niet zijn mediumpersonage.
Dat alles constateerden wij toen de lichten aangingen in het Citytheater in onze sfeervolle hoofdstad. Er waren veel verschillen, maar de gelijkenis in de verhaallijn was treffend. Een moord in de uitgeverswereld, veroorzaakt door de opstand van een overmoedig mens tegen zijn schepper. Ook proberen zowel Janzen als  De Vries te bewijzen dat ze zelf bestsellers kunnen schrijven, maar dat blijkt in beide gevallen overmoedig.

Plagiaat gewenst
Het verkoopsucces van In de schaduw was erg plaatselijk, maar het boek is wel door honderden mensen gelezen. Vaak bewoners van Amsterdam-Zuid, waar veel filmmensen en andere creatieven wonen. Plagiaat is dus mogelijk, zij het moeilijk te bewijzen. Jammer, want ik zou het graag willen weten. Niet om financiële claims in te dienen, die zouden alleen de advocaten rijk maken. Maar om de wetenschap dat een filmaker door ons idee geïnspireerd is. Navolging is immers het grootste compliment.

vrijdag 24 maart 2017

Je Perfect day bedenken is verbazend lastig

Plan een volmaakte dag. Dat is een van de opdrachten uit het hier eerder genoemde zelfhulpboek Unlimited power van Anthony Robbins. Altijd op zoek naar ingrediënten voor mijn roman omarmde ik het begrip Volmaakte dag onmiddellijk als een onmisbare peiler voor mijn spanningsboog. Ook hoorde ik direct de verleidelijke tonen van Lou Reeds It’s just a perfect day. Verder meldde een vriendin het bestaan van een Italiaanse in 2008 verfilmde roman met dezelfde titel, Un giorno perfetto. Schrijfster Melania Mazzucco beschrijft daarin de activiteiten van een aantal inwoners van Rome in de 24 uur voorafgaand aan de politie-inval waarmee het boek begint. De titel moet ironisch bedoeld zijn, want er gaat in dat etmaal veel fout, zoals dat hoort in een roman.  

Niet terugvorderbaar voorschot
Toen ik probeerde de volmaakte dag te bedenken, ontdekte ik dat het bijzonder lastig is. Verbazend, want je hoeft alleen de dingen op te schrijven die je het allerleukst vindt. Ik mag me bijvoorbeeld laten ontwaken in het Amstelhotel naast de Zweedse actrice Liv Ullmann, mijn sexgodin. Na een overheerlijke champagneontbijt in het Amstelhotel mag ik me laten opbellen door een uitgever die me een niet terugvorderbaar voorschot op Te grijs biedt van een miljoen euro. Maar maken die wonderen de dag volmaakt?   
Dieren voeren
Als je goed naar Lou Reed luistert, zie je dat hij ook worstelde met het perfecte. Vier coupletten lang is het gezellig. Hij drinkt met zijn vriendin sangria in het park en voert de beesten in de dierentuin: it’s such fun. Dan komt het vijfde couplet:
“Just a perfect day
You made  me forget myself
I thought I was
Someone else, someone good.”
En zo zijn we op deze mooie dag toch weer aan het tobben geslagen.   

Roombroodjes
Dit onvermogen om volmaakt gelukkig te beschrijven is kennelijk ons lot. In mijn roman vraagt Claudia aan haar echtgenoot Diederik hoe hij de volmaakte dag ziet.
“Een dag waarop ik niet denk aan vreselijke ziektes,” antwoordt hij.
“Dat spreekt voor zich, maar nu verder.”
“Iets leuks doen met jou. Wandelen in de stad, lunchen bij Krasnapolsky aan de Dam.”
“En lekker vrijen, dat was zeker het eerste waaraan je dacht.”
“Ja, vrijen, dat hoort er natuurlijk ook bij.”
Ze ziet zijn ongemak en vraagt door.
“Maar waaraan dacht je het eerste?”
Aarzelend zegt hij:
“Dat we thuis koffie drinken.”
Hij ziet dat ze feestelijke details verwacht, maar besluit eerlijk te zijn.
“Met een roombroodje erbij.”

vrijdag 17 maart 2017

Paniekstemmer Diederik behoedzaam beschreven

Ik moet erg oppassen dat ik mijn roman niet overlaadt met actualiteiten zoals verkiezingen en mode-elementen, ook als die alleen maar sfeervolle stoffering van het eigenlijke drama betreffen. Misschien omdat ik opgeleid ben als historicus, heb ik die drang sterk. Zo wil ik vandaag graag iets doen met de recente verkiezingen. Die waren belangrijk, al is het moeilijk om ze een functie te geven in het relaas van die Leiden des jungen Diederiks.


Houellebecqs onderwerping
Michel Houellebecq stelt verkiezingen centraal in Soumission, maar het gaat hier om fictieve Franse verkiezingen van 2022. Bovendien wil hij waarschuwen voor Islamitische overheersing. Ik niet, ik heb helemaal geen politieke boodschap. In Nederland schreef Onno Bosma De verzoeking van Jan Metsiers waarin de Nederlandse politiek van 2001 (aanslag op WTC) tot en met 2010 (verkiezingstriomf van Wilders) centraal staat. De boodschap ging echter ten koste van de dragers ervan: Bosma’s personages. “Volkomen eendimensionaal”, oordeelde de Volkskrant zuur. “Buik- en spreekpoppen. (…) Wat dit met literatuur te maken heeft is onduidelijk.
Onder het motto “ik kan altijd schrappen” heb ik Diederik en Claudia toch in de naburige basisschool laten stemmen.
Paniek en domheid
“SP! Heb jij Dom Links gestemd!”
In haar boosheid fluistert Claudia het zo luid dat verschillende mensen haar richting uitkijken. Diederik geneert zich vreselijk, ondank de minieme kans dat er een SP-er in de buurt is. Links betekent Groen Links voor de hoog opgeleide jonge ouders die hier het wegbrengen van hun kinderen combineren met hun democratische plicht.
Een gesprek is onmogelijk in de menigte stemmers die zich naar buiten wringt en haastig wegloopt of wegfietst naar het werk. Diederik en Claudia hebben nog even de tijd, maar van een ontspannen wandelingetje komt het niet meer. Claudia is echt boos.
“Hoe is het in Godesnaam mogelijk dat jij SP stemt. We stemmen altijd D66!”
”Ze doen veel aan de zorg,” verdedigt Diederik zich. “Dat besefte ik ineens. Als je duurdere medicijnen nodig hebt, bijvoorbeeld, dan vertrouw ik ze meer dan zo’n gezonde mensenpartij als D66.”
Ze lopen langs een bakker en Claudia herinnert zich dat ze bij het ontbijt de laatste vier boterhammen hebben opgegeten. Zwijgend staan ze in de winkel en als ze verder lopen, zegt Claudia nog steeds niets. Ze hebben de avond tevoren naar een tv-programma gekeken over een zeer effectief maar extreem duur medicijn tegen darmkanker. Die ochtend, voor ze gingen stemmen, heeft Diederik langer dan normaal op de wc gezeten. Hij vermoedt dat Claudia het verband ontdekt tussen deze twee feiten en zijn bizarre stemgedrag. Ieder moment verwacht hij te worden uitgemaakt voor angsthaas die niet naar de dokter durft, voor een onbetrouwbare zwevende kiezer en paniekstemmer. Hij gaat alvast iets verder van haar af lopen, maar ze neemt zijn arm.
“Niet bang zijn, mannetje.”
En ze trekt hem tegen zich aan en hij beseft dat ook zij bang is dat hij ziek is. Heup tegen heup lopen ze de laatste meters naar huis.

vrijdag 10 maart 2017

Schrijvers vaker depressief dan rijk

Waarom willen mensen schrijver worden? Wie is hun – en mijn – rolmodel? De kinderloze Arnon Grunberg (Blauwe maandagen) met zijn bindingsproblemen en bizarre persoonlijkheid is geen model van geluk. De meesten van ons zouden aarzelen als hij aanbood van persoon te ruilen en we in één klap topauteur zouden zijn. Jeroen Brouwers zou wel in zijn voor  zo’n ruil want “ik ben schrijver en dat heeft mijn leven tot hier behoorlijk verpest.” Peter Buwalda (Bonita Avenue) dan, die bijna als een zeeman afscheid neemt van zijn gezin voor de tijd dat hij zich in een boekproject inscheept. Dat wil je ook niet. Eerder heb ik al geblogd over de Amerikaanse Lost Generation-schrijvers. Van hen kon Nobelprijswinnaar Ernest Hemingway altijd leven als een rijk man, maar hij leed aan depressie en wellicht erectiele disfunctie. Op zijn 62-ste stak hij de dubbele loop van een geweer in zijn mond en haalde de trekker over. Depressies komen bij schrijvers bovengemiddeld vaak voor en zelfmoord is niet ongebruikelijk. Het is merkwaardig dat het schrijverschap zo’n begerenswaardig en respectabel beroep is.   



Al tikkend rijk worden
Het lijkt een laagdrempelige route naar rijkdom. Je hebt alleen een computer nodig, of een telefoon, pen en papier desnoods. En een briljant idee. De werkloze en gescheiden Joanne Rawlings bedacht Harry Potter tijdens een ergerlijk vertraagde treinreis. Ze werkte vijf jaar aan Harry Potter en de Steen der Wijzen en kreeg vervolgens afwijzingen van twaalf uitgevers. Nummer dertien hapte toe en maakte haar duizelingwekkend rijk. Ze moest daar wél duizenden pagina’s voor schrijven die 450 miljoen mensen leuk vonden. Met zo’n oplage zal ze van de uitgever een hoog royaltypercentage hebben gekregen van gemiddeld 15%. Dat zou een geldstroom richting Rawlings betekenen van 675 miljoen pond bruto, 769 miljoen euro. De inkomsten uit de acht speelfilms plus merchandising kwamen daar nog bovenop.      

Ingetogen feesten
Zulke bedragen zijn in het Nederlands taalgebied ondenkbaar. Stel dat jij een geniale roman schrijft waarvan er in het jaar na publicatie 100.000 worden verkocht. Daarmee bevind je jezelf al in de hoogste regionen van de oplage-toptien. Je hebt het hoge royaltypercentage van 15% bedongen van de winkelopbrengst van 2 miljoen euro, te weten drie ton. Na belasting is daar genoeg van over om een paar jaar goed van te leven. Je overgeven aan uitspattingen zit er niet in, want je moet snel een nieuwe bestseller produceren. Van royalty’s Nederlandstalige boeken word je nooit rijk.

Magische hoop
Een uitgever kan quitte spelen met een oplage van 1000 exemplaren. Als Te grijs zoveel verkoopt, ben ik een gelukkig man. Ook al val ik onder het laagste royaltypercentage van 5% en krijg ik maar 250 piek bruto, dan nog vier ik mijn succes royaal. Dat kan een schrijver doen wiens vrouw een goed inkomen heeft. Die begrijpt dat je schrijft uit hoop. Hoop op geld en roem en geluk natuurlijk,  maar vooral  om een relevante werkelijkheid te vangen en te delen via dat magische instrumentarium. Gezien de uitspraak van Esther Gerritsen (Dorst) is dat scheppende proces voor sommige auteurs ook een kwelling. “Soms zit ik hele delen van een boek alleen maar met haat te herschrijven”, zegt ze. Per saldo zijn auteurs behalve een depressief ook een zurig volkje. Wil je daar bij horen?

vrijdag 3 maart 2017

Diederik doet succestest, zakt voor lachen

Mijn hoofdpersoon Diederik heeft besloten aan zichzelf te gaan werken. Dan gaat hij misschien meer van zichzelf houden en hopelijk ik meer van hem. Hij kwam op het idee toen hij in de Amerikaanse boekhandel in Amsterdam een boek zag met de titel Unlimited power. Het was van ene Anthony Robbins, die eerder de internationale bestseller Awaken the giant within schreef. De titels spraken Diederik wel aan, want hij voelt zich op het werk en thuis een machteloze dwerg. Hij wil competentie, hij wil de wereld verbazen. 

             

Succes = lachen
Hij slaat het boek open en leest op het voorblad een citaat van de Amerikaanse filosoof Ralph Emerson (1803-1882): Succes is: to laugh often and much. Dat vindt Diederik flauw, hij lacht sinds zijn overplaatsing zelden en dan vooral met collega Iris, sporadisch met zijn vrouw Claudia. Maar lachen is toch geen teken van succes! Hij leest verder: To win the respect of intelligent people. Dit zinnetje maakt hem blij, want zijn vrouw is slim en hij heeft veel snuggere vrienden. Ook het volgende: To win the affection of children klinkt aangenaam. De meeste kinderen zijn bij hem op hun gemak.
Bemoedigd leest Diederik door: To find the best in others. Doet hij dat wel voldoende? Hij aarzelt en geeft zichzelf een zes min, leest dan de laatste twee zinnen. To leave the world a bit better.

Sommige leraren
Of hij de wereld een beetje beter zal achterlaten betwijfelt Diederik. Hij is toe aan een whisky, Jack Daniels was in de aanbieding. Twee glazen later komt Claudia thuis. Hij leest haar de  definities van succes voor.
“Hij zegt niets over liefde voor vrouwen,” is haar oordeel. Damn, denkt Diederik, hoe Claudia altijd met kritiek klaarstaat! Hij onderdrukt zijn ergernis en legt op serieuze toon uit.
“De  liefde van kinderen winnen, dat zinnetje gold in Emersons tijd ook voor het winnen van de liefde van vrouwen. Men zag vrouwen als kinderen, dat is bekend.”
Ze kijkt hem twijfelend aan en hij vervolgt.
“En ik vind ook dat er gelijkenissen zijn. Sommige leraren bijvoorbeeld…”
Door het noemen van haar beroep begint het bij Claudia te dagen en zegt ze met stijgende verbazing.
”Je maakt een van je flauwe grapjes. Jij, Diederik Somberman, maakt ineens weer een grapje. Dat Unlimited power lijkt me een heel goed boek voor jou.”