vrijdag 30 oktober 2020

Haast is nu geboden met de productie

De productie van mijn roman begint een wedstrijd met de klok te worden. Ik wil graag met Sinterklaas te koop zijn en het gedrukte boek trots aan mijn hoogbejaarde moeder laten zien. Zoals mijn oudste zoon feestelijk zijn vrouw aan haar kwam voorstellen. Mama vergat na zijn vertrek meteen dat haar kleinzoon geweest was, maar op het moment zelf snapte ze dat ze getuige was van een heuglijk feit. En er blijft altijd iets hangen. Zo weet ze dat ik een roman schrijf en informeert geregeld naar de titel, die al twee keer veranderd is en dus voor iedereen moeilijk te onthouden. Feit is dat mama beseft dat haar mensen goed bezig zijn en dat zij daarbij betrokken is, er een band mee heeft.


 
Hoge zorgzwaarte
Contact met de buitenwereld is heel belangrijk als je in een bejaardenhuis zit, zeker tegenwoordig. De huizen eisen een hoge zorgzwaarte, zodat de meeste bewoners liggen te suffen of wezenloos rondzwerven. Er vallen bovendien voortdurend pas verworven kennissen weg door versterf.
Omdat de bewoners zorgafhankelijk zijn, worden ze opslokt door dit deprimerende universum. Bezoek is als een plotselinge opklaring, of als mist die optrekt. Ineens ziet de bejaarde de wijde wereld waar mensen genieten van mooie dingen en actief en vrolijk zijn. Een wereld die de bejaarde zich herinnert en die nog steeds blijkt te bestaan en waarvan geliefde mensen deel uitmaken.

Koud en geel
Ik vorder met het boek, maar de tijd is kort. Zetten en drukken zijn ingewikkeld en kosten veel tijd, terwijl mijn moeder “op kousenvoeten uit het leven sluipt,” zoals mijn researcher het uitdrukt. De laatste keren dat mijn vrouw en ik op bezoek waren, lag mijn moeder op de bank te slapen en ontwaakte net genoeg om te zeggen hoe blij ze was ons te zien, om meteen weer verzaligd in te slapen, ze is zo moe. Eén hand stak boven de plaid uit, de verstijfde vingers koud en geel. De roman moet er nu snel komen.  

De simpelste manier om te reageren is via facebook of
michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld 

vrijdag 23 oktober 2020

Schrijversbloed kriebelt weer

Ik heb al een jaar niet geschreven. Ik heb uitgevers geselecteerd en gewacht op de acceptatie van het aan hun wensen aangepaste manuscript. Na afwijzing heb ik me verdiept in typografische kwesties, druktarieven, ISDN-nummers en boeken uitgeven. Ik heb een graficus en een omslagontwerper gezocht, gevonden en hun duidelijk gemaakt wat ik voor ogen heb. Over dit alles heb ik wekelijks een blog geschreven, zodat de totale omvang van mijn posts die van mijn roman verre overtreft. Hoewel het boek pas over een maand of twee fysiek klaar is, kriebelt mijn schrijvershart weer. Ik wil weer aan de bak, maar waarmee? Een vervolgroman? 


Elf delen trilogie
Ik heb nooit het plan gehad om een serie romans te schrijven. De gezaghebbende criticus Menno ter Braak waarschuwde hier in 1939 al tegen. Inhoudelijk neemt de urgentie af, omdat men “speculeert op het crediet der uitgebreidheid”. Dit zou het geval kunnen zijn met Elisabeth Howard’s vijfdelige Caselet Chronicles, waarvan de delen kwalitatief nogal verschillen. Ik heb de klacht nooit gehoord over de semi-biografische zes delen Mijn strijd van de Noor Karl Ove Knausgard.
Ter Braak waarschuwde ook voor de druk op de auteur van vervolgboeken, die verlammend kan werken. Kan, want onze eigen A.F.Th. van der Heijden begon met de De tandeloze tijd aan een trilogie, maar publiceerde (tot nu toe) elf delen rond de ik-persoon Albert Egberts, het meest recente verscheen vorig jaar. “Dat is waarschijnlijk niet helemaal wat je bedoelt met een vervolgroman,” zei mijn researcher met droge humor. Ik ben 69. Zelfs als ik iedere twee jaar een deel produceer zou ik bij deel tien 89 zijn. Mijn vader werd 99, maar zijn productieve jaren lagen toen al decennia achter hem. 

Nooit meer chemo
Bij In de schaduw van de Wolkenkrabber (2012) hebben Cécile Sanders en ondergetekende nooit gedacht aan een opvolger, omdat de hoofdpersoon vermoord zou worden. Niemand heeft daar ook naar gevraagd. Bij Een kleine promotie toonden verschillende meelezers zich nieuwsgierig naar de toekomst van Diederik en zijn vrouw Claudia. Ik ben dat intussen ook, maar Diederiks ziekte blokkeert mijn denken. Ik heb zelf darmkanker gehad en vind het al heel stoer dat ik de ziekte heb vermeld. De behandeling met chemotherapie begin ik te vergeten. Opnieuw die ellende oprakelen, ga ik niet doen. Al zou ik er een uitgever mee vinden.

Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com.
Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

vrijdag 16 oktober 2020

Roman beschrijft verloren paradijs

Ik ben nu het zetsel aan het ontdoen van wezen en hoerenjongen. Dit is een verslavend karweitje, omdat de tekst meteen mooier wordt als de bovenste en de onderste regel op de pagina vollopen. Als je geluk hebt, springt alles keurig op zijn plaats als je de afstand tussen de letters met vijf punten verkleint. Die verkleining is onzichtbaar. Soms is inkrimpen met tien punten nodig om een woord te laten overspringen, maar die grotere compactheid is voor de kenner te zien. Aanpassing van het woordgebruik is dan een betere en soms de enige oplossing. Wat ik doe is kortom simpel gepiel dat resultaat oplevert. Muziekje erbij en dan meters maken.  

Wijn en bloed

Helaas is het onvermijdelijk dat je kennis neemt van flarden inhoud. Soms leidt dit tot ergernis over slecht lopende zinnen of inconsequenties. De hoofdpersoon neemt bijvoorbeeld een thermosfles koffie mee en rijdt van zijn huis in Amsterdam naar de Zuiderpier in IJmuiden. Halverwege de wandeling laaft hij zich aan een meegenomen flesje met water. Misschien is het door alle controles heengeglipt omdat veel meelezers net als ik katholiek zijn opgevoed. Ons is ingeprent dat de priester tijdens de mis de wijn in zijn gouden kelk veranderde in het bloed van Christus.

Geknielde gelovigen
Hoc est enim calix sanginis mei, dit is immers mijn bloed. Deze toverspreuk sprak de priester plechtig uit en toonde de kelk aan de neergeknielde menigte. De misdienaar luidde zijn bel en de priester dronk de kelk leeg.
Wij verbaasden ons over niets: had Christus zelf geen water veranderd in goede wijn en met een paar broden en vissen honderden mensen gevoed? Pas decennia later besefte ik hoe luguber het misritueel was. En dat de priester gewoon wijn dronk. Misschien uit ergernis over de slordige fout, schrapte ik Diederiks warme koffie en liet hem ondanks het kille weer koud water drinken.
   
Historische roman
Behalve irritatie roept deze klus ook weemoed op. De roman begint op een verjaardagspartijtje met véél meer dan de nu toegestane drie gasten. Zelfs wordt er op de eerste pagina gekust. Later in het boek gaat een hele afdeling van de bank naar de kroeg en later op heidagen. Niet digitaal, maar fysiek. De door velen gewaardeerde verleidingsscène was in deze tijd van social distancing ondenkbaar geweest.
Bij deze pre-coronateksten vraag ik me af of we ooit terugkeren naar de onbezorgde tijden van handen schudden, knuffelen en kussen, zelfs slokjes nemen uit elkaars glas en proefhapjes van elkaars bord. Ik ben soms bang dat we voorgoed zijn verdreven uit dit paradijs van onschuld. En dat Een kleine promotie vóór publicatie al een historische roman is geworden.
  
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

vrijdag 9 oktober 2020

Vileine zinnetjes storen het dankdenken

Flarden boosheid verstoren mijn denken over het dankwoord. Boosheid op mensen op wier betrokkenheid en hulp ik gerekend had, maar die geen enkele interesse toonden. Op vrienden die meteen zeiden dat de hele onderneming megalomaan was en gedoemd te mislukken. Op uitgevers die niets zagen in het verhaal en zelfs geen kennisgeving van ontvangst stuurden. Op mezelf, omdat ik moeilijk greep kreeg op het creatieve proces terwijl de  maanden zinloos voorbij gingen.


 
Valse dankbaarheid
Bij tijden kan ik in één ruk een hele pagina vullen met steken onder water en valse dankbaarheid. “Dank aan mijn vriend X die mij vijf jaar lang alle ruimte liet voor dit project en mij nooit lastig viel met vragen over de voortgang”. “Dank aan mijn vriend Y die mij meteen wees op de klippen waarop mijn plan schipbreuk zou lijden”. ”Dank aan alle uitgevers omdat ze mij een afwijzing hebben bespaard en na ontvangst van het manuscript discreet hebben gezwegen”. Mijn researcher kon helaas geen voorbeelden vinden van vileine dankwoorden, maar er moeten er heel wat zijn.
   
Sociaal geslaagd
Voor auteurs als mijn vriend Thomas Lindblad is schrijven “de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie”. Lindblad heeft geen behoefte aan feedback omdat die hem stoort in zijn literaire uitingen.
Zelf heb ik het nodig om gevoed te worden met reacties op mijn werk. Een kleine promotie is daarmee ook een sociale onderneming. In die zin is het project geslaagd. Veel vriendschappen zijn bevestigd en versterkt en ik heb familieleden meer leren waarderen. Het wekelijkse blog MichielsRoman bracht me in aanraking met dierbare oud-collega’s. De roman heeft de afgelopen jaren verrijkt. Meer jaren dan ik ooit gedacht had, dat wel. Wat de planning betreft, wàs ik megalomaan.    

Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld


vrijdag 2 oktober 2020

Tot slot een woord van dank

Ieder serieus boek bevat tegenwoordig een colofon, Grieks voor “slotstuk”. Het is zelfs de gewoonte een uitgave te beginnen met deze zakelijke en voor de meeste lezers oninteressante rubriek. Daarin wordt vermeld “hoe het boek tot stand is gekomen”, zoals het Boekengilde het definieert. Het bedrijf bedoelt dit in technische zin: wie was de omslagontwerper, wie heeft het werk gedrukt, wie heeft de publicatierechten. 


Chloorvrij colofon 
Volgens de Wikipedia is het colofon een traditie die teruggaat tot het begin van de Europese drukkunst, aan het eind van de Middeleeuwen. Het oudste boek in mijn kast, Hollands heyll en rampen, een geschiedwerk van Dionisius du Toict, is aanzienlijk nieuwer, maar stamt toch uit de zeventiende eeuw. Onderaan de titelpagina vermeldt het: “t’Amsterdam bij Jan ten Hoorn, boekverkoper over ’t Oude Heere Logement. Anno 1686.” Drukker, uitgever en verkoper waren toen nog in één hand. Copyright en ISBN-nummers bestonden niet. Tegenwoordig is het colofon uitgebreider, door splitsing van functies en door extra informatie. Die kan gedetailleerd zijn. Zo staat in Joris Luyendijk’s Dit kan niet waar zijn dat het boek gedrukt is op papier dat niet bijdraagt aan bosvernietiging en bovendien chloorvrij is gebleekt.

Sprankelend slot 
Zover als Joris ga ik niet: ik meld slechts de rechtenhouder, de zetter, de kaftontwerper, de fotograaf van het omslagportret, het ISBN-nummer en het e-mailadres van de uitgever. Die informatie vind ik wel mager, want er hebben veel meer mensen meegedaan aan de productie. Daarom wil ik een dankwoord toevoegen, temeer omdat mijn boek, zoals de meeste, vooral gekocht zal worden door mensen die mij kennen en voor wie persoonlijke informatie interessant is. Interessanter dan de colofoninfo. Toch zet ik die saaie rubriek voorin, voor de serieuze uitstraling. Het sprankelende dankwoord komt helemaal achterin. 

Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld