vrijdag 31 mei 2019

Vertraagd door fouten en kiespijn

Mijn voor vandaag geplande bevrijding is helaas een paar dagen uitgesteld. De ultragrondige eindcorrectie heeft verbeterpunten aan het licht gebracht, die niet één, twee, drie te verhelpen zijn. Wel liggen de brieven aan de vijf uitgevers klaar voor verzending.  
Verlammende twijfel
Het schrijven van een roman vraagt grote zelfdiscipline en een strak emotioneel management. Voortdurend dreigen gevoelens van twijfel het proces te vertragen. Dit geldt voor alle procesfases, ook die van het opstellen van de individuele uitgeversbrieven. Is mijn roman een typisch Xanderboek? Heeft hij een natuurlijke plaats naast Mario Puzzo’s The godfather waarvan Xander de vertaling uitgeeft? Is Leven is niet mijn hobby een “eigenzinnig en uitdagend boek” zoals Uitgever Koppernik wil. Komt het tegemoet aan de wens van Luiting Sijthoff om een waardevolle en blijvende leeservaring te bieden? Past mijn debuut in de overweldigende collectie meesterwerken van De Bezige Bij? Het is niet eenvoudig om die vragen met een volmondig ja te beantwoorden, maar het moet wel.
      
 
Reddende kiespijn
Zeker nu de bevrijding in zicht is, heb ik stressbestendigheid nodig. Net toen ik onder de spanning begon te bezwijken, werd ik gered door een hevige kiespijn. Die pijn en de bestrijding daarvan leidden af van de slopende uitgeversqueeste. Temeer omdat ik bij de tandarts op de urgentielijst stond voor het trekken van de ontstoken kies. Wegens mijn harde botten moet de kies hiervoor eerst gekloofd worden. Ik kon elk moment voor die ingreep gebeld worden, dus het was een typisch geval van stress met stress bestrijden. Gelukkig is de pijn gezakt, zonder dat de romanstress evenredig is toegenomen. De bevrijding is in zicht.

De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.

vrijdag 24 mei 2019

Je doet het jezelf aan

Als alles goed gaat, kan ik in de volgende post melden dat het manuscript bij vijf uitgevers ligt. Ik zal zeker nog meer uitgevers aanschrijven, maar ik wil nu een begin maken. Sinds 21 maart liggen een synopsis en één hoofdstuk bij Uitgeverij van Gennep. Volgende week verstuur ik het hele verhaal. Mijn partner Angeline gaat er nog doorheen met de blik van de corrector. Ze heeft ervaring opgedaan met dat werk als hoofdredacteur van drie Denksport-puzzelbladen. Het luistert allemaal nauw bij puzzels en de lezers zijn kritisch.
Alleengaand en kinderloos
Ik klaag in deze spannende periode af en toe over stress en tijdnood. Angeline zegt dan: “Je doet het jezelf aan”. Dat is natuurlijk waar, maar het geldt voor bijna alles wat ik doe. Ik hoef niet met Angeline te leven, ik had alleengaand en kinderloos kunnen blijven. Ook het journalistenbestaan was een keuze, ik kon meteen ambtenaar worden bij het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Ik houdt wel van wat reuring, al is deze romanperiode wel erg belastend. Na de zomer weet ik of ik door een wonder de hoofdprijs heb gewonnen en bij een uitgever ben binnengekomen. Zo niet, dan sta ik klaar om de publicatieklus zelf te doen. Een commerciële uitgave van Leven is niet mijn hobby komt er in ieder geval.     
 

Van Bij tot Xander
Ik geeft hieronder de geselecteerde uitgevers:
De Bezige Bij
Luithing-Sijthoff
Koppernik
Brandt
Xander Uitgevers
Het is een mix van grote en kleine uitgevers. Ik ga ze volgende week nader onder de loep nemen, zodat ik ze kan uitleggen waarom mijn roman in hun fonds past. Ik heb er de tijd voor. Het manuscript is naar de corrector, het creatieve werk zit erop.
Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie) 
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.

vrijdag 17 mei 2019

Domweg gelukkig in de Noorenstraat

Als er een Michiel Noorenstraat (Nederlandse schrijver 1951-), zou komen, ging ik er meteen wonen. Als Leven is niet mijn hobby een doorslaand succes wordt, is een eigen straatnaam trouwens niet uitgesloten. Naar W.F. Hermans zijn in Nederland zeven straten genoemd en naar Harry Mulisch drie. Toen laatstgenoemde in 2002 een Duitse onderscheiding kreeg, bestonden er plannen voor een Mulischstrasse in Berlijn "nicht zu weit vom Führerbunker", zo berichtte Der Standard. Daarvan is echter sindsdien niets meer vernomen. Zelfs als Leben is nicht mein Hobby een bestseller wordt, is de kans op een Noorenstrasse klein. En wanneer Living is not my cup of tea als broodjes over de Britse toonbanken gaat, levert dat geen Britse straatnaam op. Geeft niet: ik ben al blij met een Michiel Noorenstraat. Zelfs een Noorensteeg  zou me al gelukkig maken.


Niet voor iedereen
Om een straat te krijgen, moet je gelezen worden door veel mensen en dat brengt me op de doelgroep van mijn roman. Pumbo, de self publishing-tak van het Centraal Boekhuis, zegt daarover behartenswaardige woorden in zijn gratis e-book. Slechts een kwart van de auteurs denkt na over zijn doelgroep en dan is vaak de conclusie dat “iedereen dit boek zou kunnen lezen”. Volgens Pumbo is dat 1) nooit het geval en 2) heb je geen marketingbudget om iedereen te vertellen dat je boek te koop is.
Zelf had ik lange tijd mijn lezer helder voor ogen. Een begin zestiger, die nog net goed functioneert als bankmedewerker en echtgenoot. Mijn roman vertelt hem welk verval en welke vernedering hem te wachten staan en hoe hij daarmee kan omgaan met een goed resultaat. Dit soort mannen is talrijk genoeg om mij een succesvol schrijver te maken. Leden van de doelgroep geven echter duidelijk aan dat ze geen enkele behoefte hebben aan zo’n somber boek.   
 
Lezende vrouwen
Vrouwen van zestig blijken positiever over Leven is niet mijn hobby en zij lezen meer romans dan mannen. Ik zal er mijn uiterste best voor doen om het boek onder de aandacht te brengen van deze groep potentiële lezers. Even goed is de kans groot dat mijn roman per saldo geld kost en dat ik de lezers in honderdtallen kan tellen. In dat geval  komt er geen Noorenstraat, laat staan een Rue Michel Nooren. Dan is er alleen een mooi boek in de kast met mijn naam erop. Ik zal er tevreden naar kijken.    


Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie) 
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.

vrijdag 10 mei 2019

Wreed ontwaken uit een heerlijke droom

Vreemd hoe een mens in wonderen blijft geloven, tegen beter weten in. Ik had een alfabetische lijst met uitgeverijen gevonden van 7 pagina’s en was de koning te rijk. Bij het doorwerken van de sectie A kwam ik op Uitgeverij Archipel. Ik klikte op het logo en mijn blik viel meteen op de kloek opgemaakte zin: Succesvolle uitgeverij zoekt auteurs met potentieel. Mijn hart ging sneller kloppen, ook al heette de uitgeverij hier niet meer Archipel maar Novumpublishing en stond er ook een verwijzing naar selfpublishing-platform Boekscout. Daarmee heb ik slechte ervaringen, maar hope springs eternal.
Ideale uitgever
Ik klikte verder en landde op de serieus ogende site van Novumpublishing, dat al sinds 1997 bleek te bestaan. “De meervoudig bekroonde uitgeverij is dé specialist voor beginnende auteurs. Naast  boeken van bekende auteurs, introduceren wij  ook boeken van onbekende auteurs met veel ervaring en expertise op de boekenmarkt”,stond er. Precies wat ik zoek! Over het hoe en wat vertelde de pagina weinig, maar ik kon een nieuwsbrief aanvragen. Bovendien was een auteurstelefoon. Ik bestelde de nieuwsbrief en die kwam onmiddellijk. “Stuur ons vandaag nog uw manuscript op! U krijgt binnen 1–2 weken van ons een beoordeling of een vrijblijvend aanbod voor publicatie. Ik verheug mij op uw manuscript.” Verder was er een link met instructies en links naar de websites van de Duitse, Britse, Amerikaanse, Spaanse en Hongaarse zusteruitgeverijen.
 
 
Verdacht enthousiasme
Het ongebreidelde enthousiasme van deze multinationale uitgever maakte me een beetje wantrouwig. Uitgeven van debuten is een dure hobby, maar nergens in de nieuwsbrief stond iets over afname van een minimum aantal exemplaren of kosten voor redactie en publiciteit. Vreemd voor een “specialist voor beginnende auteurs”. Ik belde de auteurstelefoon voor opheldering, maar er werd niet opgenomen.
Ik ging op zoek naar ervaringen met het bedrijf en vond op Schrijvenonline schokkendeverhalen. “Royalties pas na je 501e boek” vatte iemand het 10-jarige (!) contract samen. “En of je even 3500 euro wil betalen”. Hij heeft niet getekend, maar anderen wel. Zij klagen over hardnekkige fouten in de opmaak, stroperige communicatie en trage betaling. Terwijl ik dit las, hoorde ik geluid als van brekend glas. Het was mijn droom die in scherven viel.
Volgende week meer over mijn onderzoek van de uitgeverslijst.   


Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie) 
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.

vrijdag 3 mei 2019

Hoofdstuklengte boeit de lezer nauwelijks

Bij vakanties zit je vaak al in de auto, met lopende motor, gordels om, en dan ontdek je dat je iets vergeten bent. Je mobieloplader, een handig mesje, het boek dat je nu eindelijk rustig wilde lezen. Je komt dan tot een full stop. Dat gevoel bekroop me toen de opmerking me te binnen schoot over de grillige hoofdstukindeling van mijn roman. Dit was een van de observaties van de meelezers die ik heb laten liggen. Nu, bij het verzendklaar maken van de roman, moet ik er een besluit over nemen. Het kortste hoofdstuk telt vier pagina’s, het langste 21. Alle hoofdstukken hebben titels.
Katten en robots
Een schrijvende vriend maakt vooraf een exacte indeling van zijn romans. Van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan aantal en lengte vooraf vast. De inhoud wordt over deze structuur verspreid. Maar weinig schrijvers werken zo planmatig, blijkt uit mijn studie van een selectie succesboeken. Het dichtst in de buurt komt Takashi Hiraide: De kat (2001) met 29 naamloze hoofdstukken op 156 pagina’s, alle evenwichtig van een handvol bladzijden. Regelmatig is ook de hoofdstuklengte van mijn nieuwste aanwinst, Ian McEwan: Machines like me (2019) over een driehoeksverhouding van een man, zijn mannelijke robot en een vrouw, maar de hoofdstukken zijn met sterretjes onderverdeeld in scènes, die soms 3 pagina’s tellen en soms 16
.

Rosenbooms grillen
Uiteenlopend is de hoofdstuklengte van Thomas Rosenboom: Publieke werken (1999). Hij verdeelt zijn 488 pagina’s over 22 hoofdstukken plus een pro- en een epiloog. Zijn kortste hoofdstuk telt slechts 9 pagina’s, zijn langste 42. Hé, dat lijkt op mijn boek. Ook zijn onderverdeling met *** is grillig.
Ongeveer dezelfde omvang maar twee keer zoveel hoofdstukken heeft Stendhal: Le rouge et le Noir (1830). Ook hier is de indeling kwantitatief gezien willekeurig. Het kortste chapitre is slechts 3 pagina’s, het langste 15. Kennelijk bevind ik mij in goed gezelschap. Beide genoemde meesterwerken hebben trouwens hoofdstukken met namen, zoals mijn manuscript.

Plattelandsgeneugten
Rosenbooms boek heeft zijn 37-ste druk bereikt, Rood en zwart is na 189 jaar nog steeds te koop, De kat is sinds 1915 tien keer herdrukt. Het is nog te vroeg om te zien of Machines like me net zo’n kraker wordt, maar de voortekenen zijn gunstig. Er lijkt geen relatie te bestaan tussen succes en hoofdstukbeleid. Mijn research-adviseur heeft waarschijnlijk gelijk als ze zegt: “besteed geen tijd aan die uiteenlopende hoofdstuklengtes, dat doet er niet toe.”
Of hoofdstukken titels dragen, maakt kennelijk ook weinig uit. Stendhal voert zijn lezers echter zo sfeervol langs hoofdstuktitels als Une petite ville, Un père et un fils en Les plaisirs de la campagne, dat ik aan de hoofdstuklengte weinig tijd meer zal besteden. De hoofdstuknamen, daar ga ik uitgebreid voor zitten.


Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie) 
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.