zaterdag 31 oktober 2015

Deadline gehaald, dankzij onverwachte verleidingsscène

De eerste deadline is gehaald: ik heb nu 51.514 woorden. De planning was om eind dit jaar een concept van 50.000 woorden klaar te hebben, dus ik kan het manuscript nu ontspannen klaar maken voor de peer review. Geen regelnood meer, geen angst voor schrijfkramp, gewoon tekst bekijken en redigeren. De meelezers hadden een nieuwe aflevering verwacht, maar krijgen nu het hele verhaal. In klad wel te verstaan.
Na gedane arbeid neem ik in december een pauze waarin ik van alles ga doen behalve werken aan Te grijs. In het nieuwe jaar schrijf ik op basis van de feedback ontbrekende scenes en verbindende teksten en vorm hoofdstukken. Volgens de planning zal ik dat proces in september volgend jaar afronden. Dan komt de derde fase: het zoeken van een uitgever.




Stimulerende nieuwsgierigheid
Aan het begin van de week was ik bang dat ik de laatste woorden bijeen zou moeten sprokkelen tijdens lange wandelingen en stressvolle schrijfsessies. Tot mijn verbazing ging het heel snel, dankzij mijn nieuwsgierigheid naar het verloop van het verhaal. Het was duidelijk dat Diederik en Iris het goed kunnen vinden, maar zou er nog iets moois tussen hen opbloeien? Het leeftijdsverschil is groot en Iris is druk bezet. Aangezien Diederik niet het risico wil lopen dat zijn viriliteit hem in de steek laat, moet het initiatief van haar komen. Gelukkig hebben ze bij een afdelingsuitje kamers naast elkaar. Iris komt ’s avonds laat bij Diederik tandpasta lenen en verleidt hem. Dat loopt allemaal soepel en ook het naspel is bevredigend.
Tandpasta lenen
Ze dutten even, moeten dan beiden naar de wc. Iris gaat eerst en als Diederik terugkomt, slaat ze uitnodigend de deken aan zijn kant op en lacht hem tevreden toe.
“Dat vreemd gaan, dat is zo gek nog niet.”
Ze kroelen wat, maar Diederiks krachten zijn uitgeput. Hij controleert of de wekker goed staat en stelt vast dat het hoog tijd is om nog een paar uur te slapen. Automatisch gaan ze lepeltje- lepeltje liggen, het is duidelijk dat Iris dat thuis ook doet. Ze ontwaken als een getrouwd stel, wisselen informatie uit over de nacht.
“Hoorde jij die auto die in het holst van de nacht wegreed? Het leek wel een grote BMW.”
Diederik heeft niets gehoord en zijn oren kunnen nog geen Fiat 500 van een Maserati onderscheiden.
“Nee, ik werd alleen even wakker omdat ik dacht dat er een mug zat, zo’n overwinteraar. Ik zie trouwens dat jij gestoken ben. Hier, op je schouder.”
Hij maakt zijn vinger nat in het glas met het restje rum en wrijft over het bultje.
“Dat helpt tegen de jeuk.”
Het is of ze al jaren samen zijn.


Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

 

 

 

zaterdag 24 oktober 2015

Die angst dat het allemaal gelul is

Met de teller op 47.484 woorden nadert de kladtekst haar voltooiing. De planning is 50.000 woorden op 7 november, dus ik kan nog een paar productiedagen verliezen wegens andere bezigheden of schrijfkramp en toch het target halen. Mijn methode lijkt op het spontaneous prose-experiment van Jack Kerouac, schrijver van het in 2012 verfilmde On the road. Kerouac draaide het begin van een lange rol papier in de schrijfmachine en tikte op wat hij zag en dacht, een fles wijn binnen handbereik. Ik tik ook zo’n spontane, ruwe tekst, maar dan op een laptop en met koffie naast me. De dagproductie lees ik één keer door op typo’s en dubbele woorden. Sinds kort doet mijn vrouw Angeline Jansen nog een correctie en kijkt mijn redacteur Cécile Sanders of er heel domme fouten in staan. Dankzij hun welwillende inspanning kan er een redelijk schone concepttekst naar de meelezers. Hun feedback is de basis voor de definitieve tekst die ik in september 2016 hoop te voltooien.




Wandeling over de Zuidpier
Ik denk dat niemand 100 A4-tjes kan vullen zonder af en toe te denken dat een aantal passages gelul is of in ieder geval overbodig. Soms slaat de twijfel tijdens het schrijven al toe. Deze week bijvoorbeeld vertrekt Claudia voor een relationele time-out naar een vriendin. Diederik gaat wandelen op de zuiderpier van IJmuiden. Het is mistig. Hij voelt zich afgeleefd, uitgerangeerd en nutteloos. Als hij van de kop van de pier terugloopt, begint er echter iets te kriebelen, hij wordt opstandig en schreeuwt uiteindelijk dat hij zich niet opzij laat schuiven. Hij eist een plaats in de wereld, hij eist geluk. Een mooie scène, die abrupt wordt onderbroken.
Van achter de betonblokken komt een man in een dik vissersoverall naar Diederik toe. Hij is type kleerkast, maar zijn ogen staan vriendelijk.
“Gaat het een beetje?”
Diederik zwijgt beschaamd.
“Ik hoorde u schreeuwen, dus ik dacht, krijgt die kerel nou een aanval, want mijn zwager heeft dat ook wel eens, dat hij gaat schreeuwen en zo. Hij heeft er pilletjes voor, maar die vergeet hij soms.”
Diederik kijkt hem verlegen aan.
“Dank je, het gaat al.”
De man wil teruggaan naar zijn hengel, maar aarzelt, hij heeft waarschijnlijk wat van Diederiks woorden opgevangen.
“U riep iets over eisen. Bent u misschien van de bond? Ik heb namelijk een probleem op mijn werk.”
Dan klinkt er een belletje, de visser raakt vlug nog Diederiks schouder aan en haast zich naar zijn tuig.
“De gul is onder de kust,” roept hij over zijn schouder. “Daar moet je vlug bij zijn.”

Vervolgens wandelt Diederik verder. Nu ik de passage herlees, vind ik hem authentiek, maar wat de functie is, zou ik niet kunnen zeggen.
Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

 

 

 

 

zondag 18 oktober 2015

Een boek schrijven? Je moet wel gek zijn

Een boek maken is eigenlijk een volslagen idioot project. Het is als het bouwen van een huis zonder bouwtekening. De kansen op commercieel en literair succes zijn klein. Dat schrijft Annejet van der Zijl (Sonny boy, Alfred Heineken) in het Historisch Nieuwsblad van september. Misschien goed nieuws voor de bloglezers die al jaren met een boek in hun hoofd rondlopen maar dat steeds maar niet op papier krijgen. Omdat het brouwen van bier of het snoeien van de rozen voorging. Met goede reden, want nu hebben ze bier in de pul en bloemen in de vaas. Schrijven had alleen een manuscript opgeleverd dat hoogstwaarschijnlijk na een tocht langs de uitgevers in een la zou belanden. Slechts één op de duizend manuscripten wordt een succes, misschien nog minder.

 

Hoop op DWDD
Door een merkwaardig toeval zal juist ons verhaal de uitzondering op de regel zijn. Te grijs bijvoorbeeld is het boek dat ik zelf op mijn 60-ste verjaardag had willen krijgen. Achter die bescheiden formulering zit natuurlijk de hoop dat de duizenden Nederlanders die jaarlijks 60 worden dezelfde wens hebben en mijn boek kopen. Lovende kritieken, rijkdom en zelfs een optreden in DWDD liggen in het verschiet. Maarnietheus.
Zal ik op een gegeven moment spijt krijgen dat ik niet ben gaan brouwen of snoeien? Annejet geeft een welkom sprankje hoop. In haar visie is het niet het resultaat dat telt, maar het proces. “Schrijf uit nieuwsgierigheid, schrijf uit zucht naar avontuur – gewoon om te kijken hoe het afloopt,” met die zin besluit ze haar artikel. En dat is inderdaad het fascinerende van schrijven. Je zet je laptop aan, opent je verhaaldocument  en laat iemand uit de bus stappen. Waar die vervolgens heen gaat, hoop je in de loop van de komende uren te ontdekken.

Bebloed laken
De ontdekkingsreis blijft spannend, want soms loop je vast. Het volgende fragment uit In de schaduw van de Wolkenkrabber laat dat zien. De copywriter Marjan de Vries heeft besloten een thriller te schrijven.
”Bloed druppelde traag op het witte laken,” tikte ze en herlas deze veelbelovende aanzet met tevredenheid. En wiens bloed was het?
“…uit de wonden van de blonde schoonheid,” voegde ze na een korte denkpauze toe. En de dader?
Ze schonk een glas rosé in. Het was weliswaar nog ochtend, maar nood breekt wet. Bij het derde glas was ze echter  nog niets opgeschoten.
Die dader is natuurlijk verdwenen, dacht ze ontmoedigd. Waar was hij heen gegaan. Naar huis? Het leek logisch, maar klonk weinig spannend.
   

Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

 

 

 

zaterdag 10 oktober 2015

Moet dat nou, dat grapje over een blote man?

Zoals zoveel kinderen wilde ik schrijver worden. Ik had ook een voorbeeld. Dat was niet de geniale, maar zurige Willem Frederik Hermans of de al even knappe, maar bewust onsmakelijke Jan Wolkers. Nee, het was de op papier altijd vrolijke Godfried Bomans, schepper van Pieter Bas, Pa Pinkelman en de detective Bill Clifford. Anders dan Hermans en Wolkers is Bomans vergeten.



Beetje lichtheid
Ondanks het droeve lot van Bomans, wil ik toch in mijn boek een beetje lichtheid. Een van de scènes die ik deze week (productie 1500 woorden) schreef, bevat dan ook een grappig detail, waar ik wel tevreden over was. Iemand die het toevallig las vond het echter niks. Michiel, een blote man die een boek voor zijn kruis houdt, moet dat nou, wil je echt zo nodig leuk doen? Ik begon te twijfelen. Misschien was het oubollig. Oordeel zelf:

Vroeg telefoontje
De volgende ochtend wordt Diederik hondsvroeg gewekt door een geluid dat hij na een tijdje herkent als zijn nieuwe werktelefoon, hij kan moeilijk aan de ringtone wennen. Het toestel ligt in de woonkeuken, waarvan de ramen geen vitrage hebben en hij is ongekleed, heeft zelfs een kleine erectie voor de verandering. Geen tijd om iets aan te trekken! Hij pakt het boek naast zijn bed en houdt dat voor zich terwijl hij naar de telefoon rent, die intussen stil is gevallen. Het boek achter zich houdend, loopt hij weer naar de slaapkamer en belt terug. Het is Iris.”
Diederik trekt na het gesprek met zijn collega een ochtendjas aan, stuurt een mailtje, legt zijn telefoon weer aan de voeding in de keuken en gaat nog even naar bed. Om een half uur later opnieuw te moeten opstaan voor de telefoon.

Functioneel grappig
Deze zinnen teruglezend, verdwijnt mijn twijfel. Natuurlijk is de scène een beetje plat, maar dat is ook de essentie. Diederik kon in zijn vorige functie buiten kantooruren ongestoord leven in een waardig tempo, passend bij zijn leeftijd. Op zijn nieuwe afdeling moet hij net als iedereen continu bereikbaar zijn en klaar staan op de gekste tijden. Hij moet zijn gewoontes daarbij aanpassen, maar dat kwartje valt niet snel bij deze voor mij heel herkenbare 60-jarige. En dus staat hij voor lul. Grappig? Niet voor Diederik.

Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

 

 

 

zaterdag 3 oktober 2015

Motor weer opgestart maar stinkt een beetje

 
Gelukkig heb ik weer wat geschreven en twee dagen heb ik zelfs de 500 woorden gehaald. Zodra de teller boven de doelstelling kwam, stopte ik en ging van het mooie weer genieten, zo opgelucht was ik. Ik kwam weer op gang toen ik de opzet van een van de laatste scènes van het boek bekeek. Ook daar, net als in de eerste episode, speelt poep een rol.
“Is dat nu wel verstandig, al die aandacht voor de ontlasting,” vroeg een meelezer bezorgd. “Zit iemand daarop te wachten?”



Behoorlijk balen

Goede vraag. In ieder geval baalt de hoofdpersoon zelf vreselijk van dat poepgedoe. Tot zijn 59-ste was hij gezond, dacht weinig na over zijn lichaam en wilde niks weten over de samenstelling van zijn ontlasting. Tot aan deze luxesituatie een einde kwam. Het is goed mogelijk dat mensen zich laten afschrikken door de wc-scènes, maar ze zijn essentieel. Diederik gaat door een proces van moeilijke bewustwording. Hij wordt ermee geconfronteerd dat hij saaier en trager wordt, minder aantrekkelijk en geestig, inadequaat. Daar komt de rare ontlasting bij, die hij niet kan negeren. Hij moet zichzelf opnieuw uitvinden maar weet nog niet hoe.

Stille getuigen
Onze Diederik houdt zijn toiletproblemen zoveel mogelijk voor zichzelf, maar zelfs privacy is hem niet gegund. In de al genoemde scène vertelt hij zijn zoon Sebas dat hij kanker heeft. Die reageert minder verbaasd dan zijn vader verwacht.
 “Dit is echt klote pap. Ik was er al bang voor, maar hoopte dat het iets anders was.”
“Hoe bedoel je dat, ik vertel het je voor het eerst.”
“Ik merk toch dat je opvallend vaak naar de wc gaat? En je hebt geen prostaatprobleem, je plast luidruchtig. En toen ik een keer na je op de wc kwam, had je haastig schoongemaakt, omdat je telefoon ging. Toen zag ik dat er iets aan de hand was. Daarvoor was me al opgevallen dat het vreemd rook.”
De zoon voelt het ongemak van de vader.
“Papa, ik heb die ziekte bestudeerd.”
“Maar waarom heb je niks gezegd?”
“Doe eens een checkup, pap, dat heb ik verschillende keren gezegd, hoewel je telkens boos reageerde. Doe mee aan het bevolkingsonderzoek voor darmkanker, zelfs dat heb ik gezegd, maar je vond zulke onderzoeken onzin. Wat had ik meer kunnen zeggen. Pap, je poep ruikt niet goed? Jezus, ik ben je zoon.”

Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.