Duizend
reacties kreeg mijn collega op de Hindi-vertaling van één gedicht.
Complimenten, suggesties voor verbetering, vragen over de woordkeus. “Normaal” oordeelde
zijn Indiase zwager, die voor vertaling en publicatie in de krant had gezorgd.
”Poëzie leeft hier.” In Nederland wrijft een dichter zich in zijn handen als
zijn werk in een oplage van 250 exemplaren verschijnt. En dat een dagblad een
gedicht publiceert, is ondenkbaar.
10 voor Toon
Er zijn uitzonderingen. Cabaretier Toon Hermans dichtte voor de massa, op rijm. Bij de bloglezer zal hij niet op de boekenplank staan. Wel bloemlezingen, zoals Domweg gelukkig in de Dapperstraat van C.J. Aarts en M.C. van Etten. Of De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten van G. Komrij. Van die goede voornemens-projecten zijn het: “Ik wil nou eindelijk wel eens het hele gedicht lezen.” Want zelfs van “Domweg gelukkig,” “Aan Holland denkend” en “Tussen droom en daad” herinneren we ons alleen flarden uit de Nederlandse les. Onze intenties verzanden echter in een overvloed aan poëzie. We lezen weinig gedichten, maar we schrijven er veel.
Dichtende
goden
We zijn vooral dichtende
goden in het diepst van onze gedachten. De lezer kan ons vaak niet volgen of is
niet geïnteresseerd. De gedichtengids van Ellen Deckwitz heet bijvoorbeeld Dit
gaat niet over grasmaaien. Tja, denkt de lezer, dat geldt voor de meeste
gedichten.
Deckwitz is overigens tegen verzamelbundels waarin alleen de hoogtepunten aan
bod komen. Een dichter kan door selectie van gedichten een eigen verhaal
vertellen en een thematiek volgen, schrijft ze. Dat ben ik met haar eens. Ik
ben namelijk bezig de haiku’s van mijn vrouw Angeline Jansen uit te geven en
die gaan veelal over forensen. Ik weet al waarmee de bundel begint:
het is nog donker
als ze elkaar kussen
voor de metro-ingang
Het gedicht wordt voorafgegaan door de foto Le baiser van Robert
Doisneau, die hierboven is afgedrukt. En zo ga ik voort met de andere
gedichtjes. De titel wordt iets met forensen of reizen. Inhoudelijk kortom, dat
trekt publiek, hoop ik. Een paar dozijn zou al mooi zijn, we zijn tenslotte
niet in India.
Met dank aan
Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld