Je kunt het niet zo gek verzinnen, of het is waar gebeurd, dat constateerden Cécile Sanders en ondergetekende bij het schrijven van In de schaduw van de Wolkenkrabber. De hoofdpersoon, Marjan de Vries is onvoorstelbaar zwaarlijvig. Wij zijn allebei redelijk slank en stelden ons iemand voor van boven de honderd kilo. Volgens het Guinness Book of Records woog de Amerikaan Jon Brower echter zes keer zoveel, 635 kilo. Na het bereiken van deze mijlpaal moest hij wel naar het ziekenhuis, want de longen en het hart konden zo’n enorm lijf niet van voldoende zuurstof voorzien. Hij slankte vervolgens dramatisch af tot 362 kilo, maar overleed evengoed op zijn twintigste.
Begrafenisboot
Ik maakte me zorgen over de plaats waar Marjan de Amstel in wordt gereden en verdrinkt. Het water bleek bij het peilen ter plekke minder dan een meter diep. Mijn zorgen waren echter overbodig: een paar maanden later verdronk een automobilist in een slootje van vijftig centimeter. Ook het plot van een mediagenieke nepschrijver die de anonieme, echte schrijvers vervangt, bleek behalve een vrucht van onze rijke fantasie, ook platte realiteit.
Zelfoverschatting
Angst om niet realistisch
te zijn, vloeit voort uit overschatting van de fantasie. In 1898 bedacht Morgan
Robertson het boek over een gigantisch schip dat op een ijsberg voer. Veertien jaar
later botste het grootste passagierschip in de wereld op een ijsberg en zonk.
Robertson had zelfs de naam bijna goed: Titan
in plaats van Titanic.
Schrijvers kunnen dus veel fantaseren. Zelfs de wilde fantasieën van Jules Verne
over grote onderzeeërs (Vingt mille
lieues sous les mers 1869) en maanvluchten (De la terre à la lune 1865) zijn uitgekomen.
Waar het om gaat, is geloofwaardigheid. Henry Rider Haggard creëert in She (1886) een hoofdpersoon die tweeduizend
jaar tevoren haar minnaar in drift doodde. Sindsdien slaapt ze elke nacht naast
zijn gebalsemde lichaam, in afwachting van zijn reïncarnatie. De stenen trap is
danig ingesleten door de sandaaltjes die ze draagt op de tienduizenden eenzame
afdalingen naar de grafkelder, meldt Haggard en dat detail maakt de scène
voorstelbaar. Rider Haggard en Jules Verne among
others gaan uit van suspension of
disbelief. De lezer weet dat hij een ander universum betreedt dat op het
zijne lijkt, maar het niet is. Hij laat zich verrassen.
Realiteitsverfraaiing
Mijn mening is dat de
menselijke fantasie beperkt is en op de menselijke realiteit voortbouwt. Daartegenover
staat dat wij de werkelijkheid ook niet echt kunnen beschrijven. We hebben alleen
letters, zwarte patroontjes op een wit vlak, om een driedimensionale, bonte en
geurige werkelijkheid op te roepen bij lezers die we slecht kennen. En dan zijn
er het wensdenken en de neiging tot verfraaiing, waardoor met name
autobiografieën vaak een realiteit schetsen die alleen de schrijver herkent. Dus
ja, wat je bedenkt is dikwijls waar of realistisch, binnen grenzen.
Met dank aan Cécile Sanders (research)
en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld