donderdag 30 januari 2020

Herschrijven en het slipje van Iris

Volgens wijlen W.F. Hermans (De donkere kamer van Damokles, 1958) mag in een roman geen mus van het dak vallen zonder gevolgen voor de dramatische handeling. Nu ben ik geen fan van deze zure geoloog annex schrijver, maar hij heeft gelijk. Aan het eind van mijn herschrijfmaand januari heb ik daarom het slipje van Iris in Diederiks kast gelegd. Hij had het in zijn bed gevonden en meegenomen, nadat ze hem verleid had. “Maar wat heeft hij er toen mee gedaan?” vroeg een meelezende vriend terecht.   


Tussen zijn ondergoed
Ik vind herschrijven erg moeilijk, zelf als het zo’n klein dingetje betreft. Uiteindelijk heb ik mijn hoofdpersoon het slipje van zijn collega na de was gewoon bij zijn ondergoed laten leggen, als aandenken. Daar vindt hij het terug, als hij het in zijn broek heeft gedaan en snel een schone onderbroek wil pakken. Achteraf een simpele oplossing, temeer omdat Diederiks vrouw Claudia uit huis is voor een huwelijksevaluatie.
Aan het eind van Leven is niet mijn hobby komt ze terug, maar dat beschrijf ik niet. “Als jij door de hel moet, ga ik met je mee,” zegt ze door de telefoon en daarmee besluit ik het verhaal. De hel van de erop volgende kankerbehandeling ken ik te goed, om me er opnieuw in te willen verdiepen.
 
Stofranden resteren
Mijn Diederik heeft natuurlijk al ervaring met narigheid. Hij is zijn vrouw, baan en gezondheid kwijt. En juist dan begint hij zijn richting te hervinden. Die keer ten goede is bij de meelezers niet overgekomen en daarom heb ik een opruimscène ingevoegd. In het volgende fragment heeft Diederik de geest gekregen en de stapels oude tijdschriften in zijn werkkamer ongezien in een tas gestopt en weggegooid. Stofranden resteren.

Als hij met een dweil de vloer schoonmaakt, valt zijn oog op de tas van zijn basgitaar, ook dik onder het stof. Hij neemt het zware pakket mee naar het aanrecht en begint het mechanisch te poetsen tot het weer glanst. Dan is het tijd voor een vroege borrel of een late mok thee. Hij kiest voor thee, die hij in de keuken opdrinkt, kijkend naar zijn bastas. Was het instrument rood of bruin? Het is zo lang geleden dat hij muziek heeft gemaakt. Met Claudia natuurlijk, maar die speelt nog, en hij… Hij glijdt af naar somber gepeins, tot hij nieuwsgierig wordt: hoe klonk die bas eigenlijk?  

De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

vrijdag 24 januari 2020

Wat als je je hoofdpersoon gaat haten

In 2017 kwam er een nieuw iemand in mijn leven. Hij heet Diederik en speelt de hoofdrol in mijn roman Leven is niet mijn hobby. Vorig jaar september heb ik afscheid van hem genomen, hij was af. Nadat de roman door zeventien uitgevers was afgewezen, heb ik Diederik voor een maand uitgenodigd, zodat ik zijn portret kan bijwerken. Het is een riskante operatie. Ik loop het gevaar dat ik eindeloos aan het personage zal blijven prutsen. Tegelijk neem ik het risico dat ik op hem uitgekeken raak of erger nog: een hekel aan hem krijg.    


Poirothater A. Christie
Het komt geregeld voor dat schrijvers hun hoofdpersoon gaan haten, zeker als ze in een reeks boeken optreden. Conan Doyle’s detective Sherlock Homes zette zijn serieuze boeken in de schaduw. Hij wilde Holmes daarom begraven “even if I bury my bank account with him." Bij de tweede poging was Holmes definitief dood. "If I had not killed him, he certainly would have killed me,” verdedigde Doyle zich.
Zijn landgenoot en collega Agatha Christie had het helemaal gehad met speurder Hercule Poirot en liet hem vermoorden. Henning Mankell liet inspecteur Kurt Wallander dementeren, om van hem af te komen. Ik wil maar zeggen: je gevoelens ten aanzien van je eigen schepsels kunnen hoog oplopen      
Driedimensionale roman
Ik heb eens met twee schrijvende vrienden een driedimensionale roman geschreven. Ik zelf bekeek alles vanuit Manuela, een selfmade effectenhandelaar van in de veertig. Het manuscript is in vergetelheid geraakt, maar Manuela zie ik nog geregeld voor me, leuk gekleed, vol energie en erg pienter. Ik houd van haar en zou haar graag beter leren kennen.

Bij Diederik heb ik daaraan geen behoefte, misschien omdat hij te veel op me is gaan lijken. Ik heb weinig liefde voor mezelf, laat staan voor mijn kloon Diederik. Ik sla met lichte verbazing gade hoe hij zich telkens weer redt, hij is deep down een overlever. Hij heeft aan het eind van het boek darmkanker en ik weet al dat hij daarvan zal genezen. Beschrijven zal ik dat niet. Er komt geen deel twee. Ik heb zijn worsteling met de zestigerscrisis met plezier verwoord, maar genoeg is genoeg. Ik ben toe aan een andere romanfiguur, een die minder op mij lijkt dan Diederik.

De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

vrijdag 17 januari 2020

Schrijven is net als bas spelen

Naast een schrijversdroom, had ik ook een muzikantendroom. In de eerste zag ik me op schilderachtige locaties de laatste hand leggen aan weer een spraakmakende roman. Het beeld van mijzelf als muzikant steekt daar  schril tegen af. In een kale oefenruimte speel ik popclassics met een paar blowende ex-hippies. Terwijl de zangeres kweelt en schreeuwt en de sologitaar giert, speel ik een ondersteunende baslijn. Af en toe zing ik een stukje achtergrond. Mijn rol is bescheiden, ik ben een onopvallend onderdeel van de band. Heel af en toe treden we op in een gevangenis of een bejaardenhuis. Meestal spelen we voor ons zelf en toevallige bezoekers, die een pils komen drinken en meeswingen. Het gaat niet om aanzien of geld, maar puur om de lol.    

Vader Jacob
Om mijn basspel op te krikken neem ik les op de Amsterdamse Muziekschool. Met vier lessen achter de rug, kan ik nu Vader Jacob spelen en een stukje Lang zal hij leven. Mijn Deense docent, een jazzbassist, belooft een spannender repertoire – zodra ik bij het spelen mijn intellect kan uitschakelen. “Je zingt zuiver,” zegt hij telkens weer. “Je kent de toon al, je hoeft hem alleen op te zoeken. Maar wat je doet…” En hij wijst dan dreigend met een strijkstok in mijn richting. “…wat je doet is proberen je de juiste fret te herinneren en je zang daaraan aan te passen. Ook als het de verkeerde toon is.” Als ik dan beschaamd en ontmoedigd tegenover hem zit, basgitaar op schoot, benadrukt hij dat bas spelen voor mij simpel is. Als ik niet moeizaam nadenk, maar lui naspeel wat ik hoor in mijn hoofd.      

Luiheid leren
Het is een moeilijke opdracht, lui mijn ambities verwezenlijken. Toch moet ik dat leren, zeker nu ik weer werk aan de roman. Geen schema’s maken, geen nieuwe structuur bedenken. Gewoon af te toe de tekst bekijken en automatisch hier en daar iets aanscherpen omdat ik voel dat het zo moet. Niet nadenken, gewoon doen wat in mijn hoofd opkomt. Mijn hersens wéten al hoe Leven is niet mijn hobby er in aangescherpte vorm uitziet. Ik hoef het alleen op te tikken. Relaxed, lui, precies zoals ik bas moet spelen.
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

vrijdag 10 januari 2020

Doof voor de Sireneroep van het herschrijven

Nu al bekruipt me de twijfel over mijn strakke planning. “Het is een goede roman,” zei mijn vrouw vorig jaar na lezing van de DEF van Leven is niet mijn hobby. “Als je hem nog een keer van scratch af herschrijft, wordt hij zeker uitgegeven.” Ik ben toen voor een leeg document gaan zitten en begonnen met de eerste scène. Na een paar uur concludeerde ik dat ik er niks aan wilde en kon verbeteren. Dat geconstateerd hebbend, ben ik uitgevers gaan benaderen met het bekende, negatieve resultaat.    


Helemaal fout
Is het tijd voor een nieuwe herschrijfpoging? Ik heb als journalist nooit een tekst helemaal herschreven. Volgens communicatieadviseur Dr Louise Cornelis is dat helemaal fout: “Veel herschrijven, eindeloos misschien zelfs, is geen ‘probleem met schrijven’ hebben, maar juist een kenmerk van goed schrijverschap.” De eerste versie is volgens Cornelis een halffabricaat, een stroeve, niet lezergerichte tekst.
Met dat laatste ben ik in ieder geval oneens. Ik  heb veel kritiek op mijn roman gekregen, maar de leesbaarheid stond buiten kijf.     

Zonder genade
Een  kampioen herschrijven is Renate Dorrestein. Haar thriller Zonder genade (2001) herschreef ze “22 keer integraal van begin tot einde”. En met plezier: “Eigenlijk ga ik elke dag met rode wangen van de spanning naar mijn werk”. Het is voor haar telkens een ontdekkingsreis. Zij beschouwt het verhaal als een gegeven en gaat het door het herschrijven beter begrijpen en beter vorm geven. Dat kan lang duren: “Pas in de achttiende versie begreep ik waarom de hoofdpersoon zo extreem op het overlijden van zijn stiefzoon reageerde.” Alsnog had ze daarna vier versies nodig voor het boek af was. Het was toen ook een internationaal  succes. De Amerikaanse uitgever Viking betaalde voor de rechten 225.000 dollar.     

$10.000 per versie
Voor 10.000 dollar per versie is herschrijven natuurlijk verstandig. Helaas, zelfs als ik het zou kunnen, had het weinig nut. Alle relevante uitgevers hebben het verhaal al afgewezen. Ik kan niet bij ze terugkomen met een betere versie van dezelfde roman. Zonder professionele marketing zal het boek geen bestseller worden, maar ik wil er wel een paar verkopen. Daarvoor moet ik het positieve van het verhaal accentueren, dat is duidelijk uit de reacties. Aan die klus ga ik volgens plan de rest van januari besteden. En dan vind ik het wel genoeg. Misschien getuigt dit van slecht schrijverschap. Het zij zo.

De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.   

vrijdag 3 januari 2020

Eind maart moet het boek er zijn

Dit jaar moet het ervan komen: mijn roman Leven is niet mijn hobby moet verschijnen, in hard copy en als e-book. Ik ga de tekst zelf opmaken, heb ik besloten. Niet vanwege de kosten, maar omdat het eenvoudiger is. Als ik Roterdam zie staan in plaats van Rotterdam voeg ik simpelweg de ontbrekende "t" toe. Als ik de opmaak uitbesteed, moet ik dat aangeven, communiceren en controleren. Gecompliceerder nog is het inkorten van een zin, waarbij de zin verschillende keren heen en weer moet.
Of ik ook het omslag zelf ontwerp, weet ik niet. Dat hangt ervan af hoe tevreden ik dan over mijn eigen schepping ben. Ik heb nu nog geen inspiratie.     


Positiever, Michiel
Bij het nadenken over de marketing, stuitte ik op een lastig probleem. Dat ik bij makers en uitvoerders van ouderenbeleid voor een instructieve en geestige inside view kon zorgen, daaraan bestond weinig twijfel bij mijn meelezers. Eén van hen wees mij er echter op dat mijn gehoor een positieve visie zoekt en die ontbreekt in mijn boek.
”Diederiks vrouw komt bij hem terug, maar hij is zelf niks veranderd,” vatte een ander haar leesbeleving samen. Het verhaal is geestig verteld, maar inhoudelijk somber.
Ik zelf vind het verhaal wél positief. De conclusie is dus duidelijk: ik heb als schrijver gefaald en moet de tekst nog eens bekijken. Ik zal daar januari voor uittrekken. In februari maak ik de zaak op en in maart laat ik de boeken drukken.     

Lachend de berg op
In dit plan zou ik op vrijdag 27 maart in post 190 van dit blog kunnen melden dat het boek te koop is. Vervolgens vertrek ik voor drie weken naar Buthan. Een landje met steile bergen. Op dat moment ben ik hopelijk van een last bevrijd, zodat ik lachend de Himalaya beklim.       
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.