donderdag 29 september 2016

Onderwijzersvirus in schrijverswereld algemeen

Alle journalisten en veel schrijver zijn onderwijzers. Ze willen hun kennis delen, uitleggen hoe de zaken in elkaar zitten, een gids zijn voor de lezer. Hella Haasse legt in Heren van de thee de lezer uit hoe de koloniale samenleving werkt, iets wat vóór haar Louis Couperus ook had gedaan in onder andere De stille kracht. Een auteur als Jules Verne geeft af en toe gewoon les. Als in 20.000 mijlen onder zee (download book) de Nautilus de Perzische Golf in vaart, aarzelt hij niet om de opbrengst van de parelvangst te vermelden. In Het geheimzinnige eiland legt Verne uit hoe je met eenvoudige middelen de springstof Nitroglycerine kan vervaardigen. De lezers van bestsellerauteur Dan Brown krijgen in Het Bernini Mysterie een aardige introductie in het werk van Gian Bernini (1598-1680), die beeldhouwer was en architect van de Sint Pieterskerk in Rome. En al deze schrijvers slagen erin vaart in hun verhaal te houden.
 


Saaie informatie
Zelf ben ik ook zwaar besmet met het onderwijzersvirus, als journalist en als bevoegd docent geschiedenis en economie. Bj het schrijven van In de schaduw van de Wolkenkrabber 
(download pdfbleef het virus onderdrukt, ook onder invloed van mijn coauteur Cécile Sanders, die overigens zelf een aantal instructieboeken voor computergebruik (mee)schreef. In Te grijs is enige kennisoverdracht over bankzaken onvermijdelijk. Probleem daarbij is dat veel mensen financiële informatie saai vinden, terwijl het ineenstorten van economieën en de ondergang van banken minstens zo spectaculair zijn als politieke omwentelingen en militaire acties. De bankencrisis bijvoorbeeld kostte iedere Nederlander zo’n tweeduizend euro. Helaas werd deze enorme omgekeerde bankroof aan het oog onttrokken door een mist van vaktermen. Eén daarvan probeer ik uit te leggen in het volgende fragment.
 
Bancaire maagverkleining
Diederik en Claudia kijken naar de televisie, gezellig samen op de bank. Op het salontafeltje staan de borden nog, ze hebben gegeten bij de buis, ze zijn allebei moe, maar de stemming is goed. Op het scherm waarschuwt een gezette, gebrilde man dat de bankencrisis nog lang niet voorbij is. De kijker moet het van hem aannemen, hij weet waar hij over praat, dat zie je aan hem. De financiële sector is nog erg kwetsbaar, zegt hij, de noodzaak van balansverkorting blijft urgent.
Dat vindt Claudia leuk, ze zet het geluid uit en gaat recht voor Diederik staan. Terwijl ze hem indringend aankijkt, herhaalt ze van achter uit de keel:
“De noodzaak tot balansverkorting blijft urgent.”
Ze knikt Diederik toe.
“Ja, Diederik, de B-bank verandert de strategie, reorganiseert, verhoogt de inkomens van de top om de bobo’s te motiveren. Dat moet ook allemaal. Maar die balansverkorting...” ze schudt treurig het hoofd. “Die laten ze liggen en dat doet de meneer van de centrale bank veel verdriet.”
Ze lacht luid om haar eigen grapje en vraagt:
“Balansverkorting, is dat maagverkleining voor banken?”
Op zulke momenten wordt Diederik opnieuw verliefd op Claudia.
“Jij hebt echt goede hersens,” zegt hij. “Wat je zegt is helemaal waar.”
Claudia wordt verlegen van het compliment. Ze strijkt haar haar naar achteren.
“Knap van me. Ik weet niet eens wat een balans is.”
En dan legt Diederik haar uit hoe een balans werkt. Kort, onderhoudend en naar ik hoop, leerzaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten