vrijdag 17 maart 2017

Paniekstemmer Diederik behoedzaam beschreven

Ik moet erg oppassen dat ik mijn roman niet overlaadt met actualiteiten zoals verkiezingen en mode-elementen, ook als die alleen maar sfeervolle stoffering van het eigenlijke drama betreffen. Misschien omdat ik opgeleid ben als historicus, heb ik die drang sterk. Zo wil ik vandaag graag iets doen met de recente verkiezingen. Die waren belangrijk, al is het moeilijk om ze een functie te geven in het relaas van die Leiden des jungen Diederiks.


Houellebecqs onderwerping
Michel Houellebecq stelt verkiezingen centraal in Soumission, maar het gaat hier om fictieve Franse verkiezingen van 2022. Bovendien wil hij waarschuwen voor Islamitische overheersing. Ik niet, ik heb helemaal geen politieke boodschap. In Nederland schreef Onno Bosma De verzoeking van Jan Metsiers waarin de Nederlandse politiek van 2001 (aanslag op WTC) tot en met 2010 (verkiezingstriomf van Wilders) centraal staat. De boodschap ging echter ten koste van de dragers ervan: Bosma’s personages. “Volkomen eendimensionaal”, oordeelde de Volkskrant zuur. “Buik- en spreekpoppen. (…) Wat dit met literatuur te maken heeft is onduidelijk.
Onder het motto “ik kan altijd schrappen” heb ik Diederik en Claudia toch in de naburige basisschool laten stemmen.
Paniek en domheid
“SP! Heb jij Dom Links gestemd!”
In haar boosheid fluistert Claudia het zo luid dat verschillende mensen haar richting uitkijken. Diederik geneert zich vreselijk, ondank de minieme kans dat er een SP-er in de buurt is. Links betekent Groen Links voor de hoog opgeleide jonge ouders die hier het wegbrengen van hun kinderen combineren met hun democratische plicht.
Een gesprek is onmogelijk in de menigte stemmers die zich naar buiten wringt en haastig wegloopt of wegfietst naar het werk. Diederik en Claudia hebben nog even de tijd, maar van een ontspannen wandelingetje komt het niet meer. Claudia is echt boos.
“Hoe is het in Godesnaam mogelijk dat jij SP stemt. We stemmen altijd D66!”
”Ze doen veel aan de zorg,” verdedigt Diederik zich. “Dat besefte ik ineens. Als je duurdere medicijnen nodig hebt, bijvoorbeeld, dan vertrouw ik ze meer dan zo’n gezonde mensenpartij als D66.”
Ze lopen langs een bakker en Claudia herinnert zich dat ze bij het ontbijt de laatste vier boterhammen hebben opgegeten. Zwijgend staan ze in de winkel en als ze verder lopen, zegt Claudia nog steeds niets. Ze hebben de avond tevoren naar een tv-programma gekeken over een zeer effectief maar extreem duur medicijn tegen darmkanker. Die ochtend, voor ze gingen stemmen, heeft Diederik langer dan normaal op de wc gezeten. Hij vermoedt dat Claudia het verband ontdekt tussen deze twee feiten en zijn bizarre stemgedrag. Ieder moment verwacht hij te worden uitgemaakt voor angsthaas die niet naar de dokter durft, voor een onbetrouwbare zwevende kiezer en paniekstemmer. Hij gaat alvast iets verder van haar af lopen, maar ze neemt zijn arm.
“Niet bang zijn, mannetje.”
En ze trekt hem tegen zich aan en hij beseft dat ook zij bang is dat hij ziek is. Heup tegen heup lopen ze de laatste meters naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten