Niet terugvorderbaar
voorschot
Toen ik probeerde de volmaakte dag te bedenken, ontdekte ik dat het bijzonder lastig is. Verbazend, want je hoeft alleen de dingen op te schrijven die je het allerleukst vindt. Ik mag me bijvoorbeeld laten ontwaken in het Amstelhotel naast de Zweedse actrice Liv Ullmann, mijn sexgodin. Na een overheerlijke champagneontbijt in het Amstelhotel mag ik me laten opbellen door een uitgever die me een niet terugvorderbaar voorschot op Te grijs biedt van een miljoen euro. Maar maken die wonderen de dag volmaakt?
Dieren voerenToen ik probeerde de volmaakte dag te bedenken, ontdekte ik dat het bijzonder lastig is. Verbazend, want je hoeft alleen de dingen op te schrijven die je het allerleukst vindt. Ik mag me bijvoorbeeld laten ontwaken in het Amstelhotel naast de Zweedse actrice Liv Ullmann, mijn sexgodin. Na een overheerlijke champagneontbijt in het Amstelhotel mag ik me laten opbellen door een uitgever die me een niet terugvorderbaar voorschot op Te grijs biedt van een miljoen euro. Maar maken die wonderen de dag volmaakt?
Als je goed naar Lou Reed luistert, zie je dat hij ook worstelde met het perfecte. Vier coupletten lang is het gezellig. Hij drinkt met zijn vriendin sangria in het park en voert de beesten in de dierentuin: it’s such fun. Dan komt het vijfde couplet:
“Just a perfect day
You made me forget myself
I thought I was
Someone else, someone good.”
En zo zijn we op deze mooie dag toch weer aan het tobben geslagen.
Roombroodjes
Dit onvermogen om volmaakt gelukkig te beschrijven is kennelijk ons lot. In mijn roman vraagt Claudia aan haar echtgenoot Diederik hoe hij de volmaakte dag ziet.
“Een dag waarop ik niet denk aan vreselijke ziektes,” antwoordt hij.
“Dat spreekt voor zich, maar nu verder.”
“Iets leuks doen met jou. Wandelen in de stad, lunchen bij Krasnapolsky aan de Dam.”
“En lekker vrijen, dat was zeker het eerste waaraan je dacht.”
“Ja, vrijen, dat hoort er natuurlijk ook bij.”
Ze ziet zijn ongemak en vraagt door.
“Maar waaraan dacht je het eerste?”
Aarzelend zegt hij:
“Dat we thuis koffie drinken.”
Hij ziet dat ze feestelijke details verwacht, maar besluit eerlijk te zijn.
“Met een roombroodje erbij.”
Dit onvermogen om volmaakt gelukkig te beschrijven is kennelijk ons lot. In mijn roman vraagt Claudia aan haar echtgenoot Diederik hoe hij de volmaakte dag ziet.
“Een dag waarop ik niet denk aan vreselijke ziektes,” antwoordt hij.
“Dat spreekt voor zich, maar nu verder.”
“Iets leuks doen met jou. Wandelen in de stad, lunchen bij Krasnapolsky aan de Dam.”
“En lekker vrijen, dat was zeker het eerste waaraan je dacht.”
“Ja, vrijen, dat hoort er natuurlijk ook bij.”
Ze ziet zijn ongemak en vraagt door.
“Maar waaraan dacht je het eerste?”
Aarzelend zegt hij:
“Dat we thuis koffie drinken.”
Hij ziet dat ze feestelijke details verwacht, maar besluit eerlijk te zijn.
“Met een roombroodje erbij.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten