vrijdag 3 februari 2017

Niet de schrijver, maar de lezer schept het verhaal


Zou het een trend worden, de overbevolking in de literatuur? En dan bedoel ik niet het groeiend legioen schrijvers dat de lezer bedelft onder een lawine boeken. Dan heb ik het over boeken met een menigte van tientallen personages, ieder met een eigen karakter en achtergrond. Deze week was ik bij de presentatie van Duel der Vikingen, een lijvig boek over de strijd om een Zweedse erfenis. Schrijver Thomas Lindblad voert vier hoofdpersonen op en een horde vrienden en familie. Toen ik zei dat ik de kluts  kwijtraakte, wees hij op de handige genealogie aan het eind van het boek. Daarin kon ik alles opzoeken. De digitale uitgave had bovendien een bijlage met personalia van de belangrijkste veertien personages. Wat was mijn probleem?
    

 

Neem nu Game of Thrones
Goede vraag, want personageproliferatie hoeft succes niet in de weg te staan, zoals Leon Tolstoj, Louis Couperus en J.R.R. Tolkien lieten zien en meer recent George Martin. Hij schreef de boekenreeks Het lied van ijs en vuur waarop de televisieserie Game of thrones is gebaseerd. Een van de lezers van deze Amerikaanse bestsellers telde meer dan dertig personages.
Het vereist veel vertrouwen in de kwaliteit van je verhaal om de potentiĆ«le lezer te belasten met een vracht voorinformatie. Je stelt als auteur eisen aan de lezer. Multatuli vond dat het kenmerk van een goede schrijver. “Een lezer die geen tijd heeft om te vragen ‘wat is dat’ hoeft niet te lezen” vond hij.      
Mulisch de Dienstverlener
Ik ben het daarmee oneens, een schrijver is een dienstverlener. Ik zal hem dan ook niet belasten met genealogische puzzels. Een boek lezen is toch al een zware klus, waarschuwde wijlen Harry Mulisch al. “De lezer is niet de toeschouwer van een toneelstuk, maar de acteur die alle rollen uitbeeldt. De schrijver levert de tekst, maar een artistiek werkstuk wordt het pas door het talent van de lezer.”
Mulisch moet dit door bittere ervaring geleerd hebben, want hij had geen bescheiden aard. A.F.Th. van der Heijden stelt zich nog nederiger op. “Elk boek is au fond een doos vol dode woorden,” constateert hij. ”Totdat de lezer zich bereid toont ze met zijn ogen tot leven te wekken.”
 

1 opmerking:

  1. Nou, ik ben het best eens met Multatuli. Een beetje moeite moeten doen voor een boek, kan zeer bevredigend zijn.

    BeantwoordenVerwijderen