vrijdag 4 november 2016

Het kind komt er zelden aan te pas in de roman

Sinds ik zelf kinderen heb, mis ik ze in de literatuur. Natuurlijk, in het rijk der letteren heeft het kind een eigen uitgestrekt domein. Naast prinsen, olifanten, schildpadden, eenden en sleepboten vinden we hier vaak kinderen in de heldenrol. Het ondeugende stelletje Jip en Janneke en de kraanwagenchauffeur Pluk van de Petteflet zijn hoofdpersonen; volwassenen als juffrouw Helderder heeft Annie M.G. naar een bijrol verwezen. We hebben het hier over boeken voor kinderen, maar er is een grensgebied. Het geheime dagboek van de 13 ¾ jaar oude Adrian Mole (Sue Townsend) sluit ook aan op de belevingswereld van volwassenen.



Ontluikend jeugd
In het volwassenensegment figureert het kind vooral in coming-of-age-romans zoals Lolita van Wladimir Nabokov en Het verdriet van België van Hugo Claus. Thomas Lindblad (oa De jonge reiziger-trilogie) geeft op zijn website ruime leeftijdsgrenzen, maar de ondergrens is toch de leeftijd van het seksueel ontwaken.
Preseksuele kinderen zijn als hoofdpersoon niet populair. Ook als bijfiguur zijn ze dun gezaaid. Ik maak me sterk dat er in de literatuur meer en liefdevoller over huisdieren van personages is geschreven dan over hun kinderen. Romanpersonages hebben vaak geen kinderen en dat weerspiegelt misschien een kinderarme auteurswereld. Sommigen schrijvers vinden zelfs dat je moet kiezen tussen kinderen krijgen of boeken maken. Als dat gelijk hebben ben ik behoorlijk zuur, want ik heb drie zoons en een dochter.

Rijkdom aan trekhaken
Mijn verhaal overziend, constateer ik helaas dat Sheba, de zoon van Diederik en Claudia, zelden voorkomt en maar één keer als kind. Dat fragment beschrijft hoe Diederik met zijn peuter aan de hand naar de crèche wandelt.
Sheba richt alle aandacht op de geparkeerde auto’s. Telkens als hij een trekhaak ziet, meldt hij dat, blij over de rijkdom van zijn wereld. Bij een op de stoep geparkeerde auto staat hij stil en constateert hoofdschuddend.
“Mag niet.”
”Nee,” zegt Diederik. “Mag niet.”
En dan zetten ze hun expeditie voort. Bij de crèche aangekomen, pakt Sheba de hand van zijn vader steviger vast, wetend dat het afscheid aanstaande is. Terwijl Diederik zijn jasje uittrekt en de schoentjes door slofjes vervangt, begint hij echter onrustig te bewegen in de richting van het lokaal van zijn groep. Daar zit een vriendje een houten puzzel te maken en Sheba schuift zo snel mogelijk bij hem aan.
“Beestje,” roept hij opgewekt, want het is een puzzel met lieveheersbeestjes. Afwezig geeft hij Diederik een afscheidskus, afgeleid door de overvloed aan leuks op deze geweldige dag. Diederik loopt in gedachten naar buiten. Gretigheid, die is hij praktisch kwijtgeraakt, die geldt bij hem alleen nog voor chocoladerozijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten