vrijdag 18 november 2016

Schrijver op zoek naar de ware liefde

Werk, gezondheid en liefde zijn de drie thema’s van mijn verhaal. Op het werk leert mijn hoofdpersoon Diederik het hoofd boven water te houden tot zijn bedrijf bankroet gaat. Over zijn gezondheid maakt hij zich steeds meer zorgen en dat blijkt uiteindelijk terecht. Met de ontwikkeling van de liefde heb ik het moeilijk. Dat is vreemd, omdat ik me hier op bekende, zo niet platgetreden paden van de literatuur dacht te begeven. Voorbeelden genoeg, zou je denken, maar dat valt tegen.        



Chloé’s kussen
Verliefdheid was al in de Oudheid een populair thema bij schrijvers. Homerus vertelt in de Ilias over de Trojaan Paris die de Griekse koningsdochter Helena schaakt. Ovidius schrijft met Ars amandi een handleiding voor versierders, want “het wagenrennen eist kunst en zo moet ook bij de liefde kunst te baat worden genomen.” Longus beschrijft in de Griekse herdersroman Daphnis en Chloe de hartstochtelijke kussen van het verliefde stel, maar over hun huwelijk vertelt hij alleen dat ze “de eerste nacht net zo weinig sliepen als uilen”.
Vanaf de negentiende eeuw verschijnen huwelijksromans zoals wij ze kennen. Het gaat echter meestal over slechte huwelijken met jaloezie en ontrouw.
In deze massa boeken is Het bureau van Voskuil een aparte verschijning. Het huwelijk van de meegaande historicus Maarten en de altijd negatieve Nicolien is deprimerend, maar wel goed. Positiever is de uitgesproken geile relatie van Marius en Tessa die Gustaaf Peek beschrijft. Het gaat in Godin, held echter niet over een langdurig huwelijk, zoals mijn personages Diederik en Claudia hebben
  

Leuk fundament  
Wie het Volkskrant-magazine leest, krijgt de indruk dat ongeveer alle Nederlanders gescheiden zijn en – als ze niet alleengaand zijn - in samengestelde gezinnen leven. Dat is echter niet wat ik om me heen zie. Ik zie hoofdzakelijk mensen die sinds hun studietijd bij elkaar zijn, door goede en slechte tijden. Dat geldt ook voor Voskuils Maarten en Nicolien, maar van hen begrijp ik niet waarom ze bij elkaar blijven. Bij mijn vrienden snap ik dat beter: ze vinden het nog steeds leuk met elkaar.   
In het volgende fragment zitten Diederik en Claudia in een brouwcafé. Ze ruziën vaak en een vriend heeft hen aangeraden vijf positieve en vijf negatieve punten van hun verhouding op een rijtje te zetten. Het gesprek komt moeilijk op gang.

Positief ontwaken  
“Misschien verwachten we nog teveel van het leven,” oppert Diederik.
“Het gaat er nu om wat we hebben,” zegt Claudia streng. “ Wat we samen wél goed doen.”
Ze drinken zwijgend, dan spreken ze op hetzelfde moment exact dezelfde woorden, alleen de volgorde van de laatste drie verschilt.
“Dat we elke dag samen wakker worden en in bed ontbijten,” zegt Diederik, terwijl Claudia de zin eindigt met “ontbijten in bed”. Ze lachen, opgelucht dat de kop eraf is. Andere positieve punten volgen: rekening houden met elkaar, elkaar steunen bij conflicten met derden, interesse voor elkaars hobbies. Dan valt er weer een pauze. Het ligt voor de hand om de goede seks te noemen, maar juist dit deel van de verhouding is sleets geworden. Claudia vindt de oplossing:
“Zoenen, dat doen we vaak, dat is altijd fijn.”
En over de tafel heen kussen ze langdurig. Daarna bespreken ze de positieve punten in meer detail, nemen nog een paar bieren en lopen stevig gearmd naar huis. Snel genoeg zullen de negatieve punten aan de orde komen, maar nu nog niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten