zaterdag 2 april 2016

Worstelende auteur vindt troost bij NS-muziekzigeuner


De zigeuner voor station Amsterdam Zuid keek naar me, voor het eerst. Hij moet het aan me hebben gezien, dat ik tot mijn nek in de shit zat, creatief gesproken. Iedere ochtend loop ik door de stationstunnel, fiets aan de hand, en aan de kant van de Zuidas zit hij met zijn accordeon. Hij speelt bekende melodieën en zingt af en toe met starende blik en weemoedig vibrato. Volgens mij denkt hij terug aan zijn jeugd in een boerendorpje in Transsylvanië. Ik herinner me zo’n plek uit de vampierfilm Met jouw tanden in mijn nek (The fearless vampire killers) van Roman Polanski: bijgeloof, sneeuw en huilende wolven in de omringende bergen. Daar zag ik mijn zigeuner opgroeien en dromen dat hij later een groot kunstenaar zou worden. Zoals ik daarvan droomde in het statige Den Haag.


Ultiem liefdeslied
De blik van de zigeuner was vriendelijk en herkennend. Ik denk dat hij al zijn hele leven werkt aan het ultieme liefdeslied dat hem beroemd zal maken, in Transsylvanië en ver daarbuiten. Het lied zit al in zijn hoofd, alleen over het begin kan hij geen besluit nemen. Moet het lokkend zijn of schokkend? Een ode aan de reusachtige den waaronder de geliefden elkaar kussen of een beschrijving van het graf waar zij aan het eind van het lied belandt? Mijn zigeuner kan niet kiezen en volgens mij voelt hij aan dat ik met hetzelfde probleem worstel, ik zag het aan zijn gezicht.
Tot nu toe was dit mijn eerste zin: Tijdens het doortrekken wendt Diederik zijn blik af, maar bij het omhoog doen van de bril registreert zijn oog toch een streepje rood op het witte porselein. Na deze start hebben veel mensen genoeg gelezen van “dat boek met die poepscène ”. Waarschijnlijk is het handiger om de lezer eerst binnen te leiden in de wonderlijke omgeving waar Diederik zijn werk doet.

Hoeragroep
Nog slaperig en bevangen door de kou loopt Diederik de hal van zijn bedrijf binnen, waar een haag van onbekende collega´s prompt begint te applaudisseren. Diederik verwacht dat achter hem een jubilaris is binnengekomen of een personeelslid die een bankoverval verijdeld heeft. Dat de handen meteen op elkaar gaan voor hem als nieuwe collega lijkt vergezocht. Toch is hij een van de voorwerpen van het eerbetoon, zo blijkt uit een folder die het applauscomité hem overhandigt. “De financiële sector ligt onder een vergrootglas. Van alle kanten komt kritiek op ons af. Maar wij laten ons mooie beroep niet bederven. Vandaar dit spontane initiatief om elkaar te begroeten met een warm applaus.”

Wervend

Ja, dit is een meer wervend begin, dit voelt goed. Bij gebrek aan een gemeenschappelijke taal kan ik de zigeuner morgen niet vertellen over mijn creatieve doorbraak. Geeft niet. Hij zal het aan me zien en extra mooi spelen.

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten