Ik ben blij dat ik in Amsterdam ben gaan wonen, al zal ik altijd in mijn
hart Hagenees blijven. Een allochtoon ben ik hier, ondanks dat ik hier veertig
jaar woon. Mijn vrouw komt ook uit Den Haag en zelfs mijn Amsterdamse vrienden
zijn allo’s. Allemaal, op een na. Ik lijk wel een buitenlander.
Geliefd Mokum
Ik houd van Amsterdam omdat het een mooie stad is, maar bovenal omdat hier alles gebeurt. De evenementen waarvoor mensen van heinde en verre naar de hoofdstad reizen, bezoek ik zelden, maar ik weet wel dat ze er zijn. Het Prinsengrachtconcert bezoek ik niet, maar ik heb wel het podium zien bouwen. Van een nieuwe tentoonstelling in het Rijksmuseum weet ik, omdat ik de aankondiging op het gebouw zag toen ik op weg naar de Bijenkorf het poortje inreed. De evenementen zijn deel van mijn dagelijks leven.
Leerzaam Monopoly
Voor plaatsen uit romans geldt hetzelfde. De meeste Nederlandse
schrijvers gaan er van uit dat de lezer weet waar de Dam en het Rokin zijn en
ze laten hun verhalen daar vaak af spelen, ook al komen ze van elders. Uit een
andere grote stad bijvoorbeeld, maar ze weten dat het publiek daarvan op
straatniveau slechts Monopoly-kennis heeft.
Cécile Sanders en ik hebben In de schaduw van de Wolkenkrabber echte
adressen gebruikt. Zonder doorzichtige pseudoniemen
zoals G.K. van het Reve, die de Jozef Israëlkade de Schilderskade noemt en de
Ceintuurbaan aanduidt als de Riembaan.
Tjaikofskistraat
Reves minder bekende collega Pieter Waterdrinker veronderstelt dat de
lezer niet alleen Amsterdam kent, maar ook Sint Petersburg, waar hij lang
woonde met zijn Russische vrouw. Tjaikovskistraat 40 (2019) heet zijn meest
autobiografisch roman. Dat gaat wel erg ver. Thomas Mann gebruikt in Buddenbrooks
het adres in Lübeck waar hij zelf als koopmanszoon opgroeide, maar hij noemt er
geen boek naar. In verschillende van Waterdrinker’s boeken loop ik met hem over
bekend terrein. Biecht aan mijn vrouw (2022) zou naar het Spui kunnen
heten, waar de auteur in het schrijvershuis verblijft. Maar een straat in
Rusland, genoemd naar een Poolse componist, dat zegt mij niets.
Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com. Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. De reactie wordt dan onder jouw naam geplaatst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten