vrijdag 16 juni 2017

Blog biedt troost bij boosheid op vader


Dit blog heeft mij getroost bij de bijzetting van mijn vaders urn vorige week in het familiegraf. Ik meldde zijn dood een halfjaar geleden in mijn blog van 6 januari en vertelde toen hoe grievend achterdochtig hij in zijn laatste jaren werd. Hij uitte beschuldigingen die ik hem nog steeds kwalijk neem, al was hij bijna 100, bijna blind, bijna doof en bang voor de vergetelheid. Ik schaam me voor mijn boosheid: het waren maar woorden van een verwarde man, maar die man was wel mijn vader.   


Slechte vader 
De emotionele worsteling met overleden ouders is een bron van creativiteit geweest. Van Dis onderzoekt in Ik kom terug (2014) de teleurstellende relatie met zijn moeder. De fout lag hoofdzakelijk bij haar. Ouderlijke schuld vind je ook in Zoon (2009) van Karl Ove Knausgard. De vader die de Noorse auteur daarin en elders beschrijft, knijpt hem af en drinkt teveel. Verder terug vinden we een uitgesproken kwaadaardige vaderfiguur in Karakter (1938) van Ferdinand Bordewijk.
Mijn vader was niet kwaadaardig en dronk zijn witte Martini zonder overlast te veroorzaken. Hij verzamelde trots alles wat ik schreef als journalist, hij was een goede ouder. Tot hij op een ontluisterende manier veranderde.   
Tom Lanoye schetst in Sprakeloos (2009) de aftakeling van zijn flamboyante moeder. Een beroerte legt haar het zwijgen op. Lanoye’s moeder was niet altijd aardig voor haar homoseksuele zoon. Toch hield hij van haar. “Misschien kan liefde maar één ding echt. Uit liefde doden,” constateert hij vooruitlopend op de euthanasiediscussie.   

As op de fiets 
Jelle Brandt Corstius fietste met de as van zijn vader naar Zuid-Frankrijk (As in de tas, 2016). Misschien kan ik zijn voorbeeld volgen en een zakje as meenemen op mijn pelgrimage naar Santiago de Compostela in september. Belangrijker is het inzicht dat Brandt Corstius me gaf in mijn probleem. Ik ben niet boos omdat mijn vader mij uitschold. Ik ben boos omdat hij me afwees. Hij én ik zagen zijn lijden en ontluistering. Toch liet hij niet toe dat ik hem troostte. Vader Brandt Corstius deed dat wel, één keer.
“Hij ging op de divan liggen en ik kroop bij hem. Ik hield hem vast, moest huilen en zei dat ik zo verschrikkelijk veel van hem hield. Hij zei niks, maar hield mij vast en dat was genoeg.”
Inderdaad, één keer zo’n moment met mijn vader was genoeg geweest om nu zonder boosheid terug te kunnen kijken. Hij kon mij zo’n moment niet geven en zichzelf ook niet. Helaas.     
Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld.

3 opmerkingen: