vrijdag 20 januari 2017

Pap, als ik spring ben ik heus niet dood


Het is al jaren geleden, mijn middelste zoon was nog een peuter. We stonden op het balkon en keken naar het betegelde terras ver onder ons, ik over de balustrade, hij tussen de hekspijlen door. Hij liet de diepte tot zich doordringen en zei:
“Als ik naar beneden spring, ben ik heus niet dood pap. Dan probeer ik heel hard mijn ogen open te doen en dan leef ik weer.”
Natuurlijk schrok ik van deze gevaarlijke zienswijze. Gelukkig heeft hij zijn overmoedige plan nooit uitgeprobeerd. De overtuiging dat alles mogelijk is als je maar sterk genoeg wil, is wel zijn leidraad gebleven, ook in het volwassen leven.    



Doordrenkte levens
Bij het lezen van Max Perkins. Editor of genius moet ik vaak aan de overmoed van mijn zoon denken. Ik heb eerder de film gezien en er hier over geschreven. Max Perkins was redacteur van Scott Fitzgerald (The great Gatsby), Ernest Hemingway (A farewell to arms) en Thomas Wolfe (Look homeward Angel). Ondanks frequente schrijfkramp, hadden ze het onwankelbare vertrouwen dat ze met elk boek de wereld meer zouden verbazen. I know I can beat anything I have ever done before, and certainly surprise the critics and the public,” schreef Wolfe aan Perkins. Fitzgerald en Hemingway vroegen zich af of hun volgende boek het beste zou worden in hun eigen tijd of in alle tijden. Hun kinderlijke verwachting van hun almacht leidde tot verscheurde, met alcohol doordrenkte levens en bij Hemingway tot zijn voortijdige dood.
In Nederland zei Jan Cremer: “Ik ben de beste. Ik stijg boven alles en uit in Nederland. Dat is geen grootspraak. Dat is gewoon een feit.” Volgens mij lijdt hij minder dan de bovengenoemde Amerikanen, maar produceerde hij ook minder meesterwerken.   

Haalbaar onvoldoende
De auteurs die ik noemde deelden het besef dat ze iets bijzonders aan het schrijven waren. Dat gevoel is mij vreemd. Ik denk in het haalbare. Ik denk dat ik met Te grijs een goed boek schrijf dat relevant en onderhoudend is voor een groep lezers. Misschien is daarvoor toch meer nodig dan vlijt en organisatie en moet ik vaker het gevoel hebben dat ik de hemel kan bestormen. Voor mijn hoofdpersoon Diederik geldt hetzelfde. Hij en ik, wij moeten af en toe uit ons dak gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten