vrijdag 19 augustus 2016

Schrijven over bankwezen vereist prudentie

Mijn hoofdpersoon Diederik werkt bij een bank en dat geeft extra problemen. Dat wist ik vanaf het begin, omdat ik zelf in de financiële sector heb gewerkt. Toch heb ik hem geen journalist gemaakt, het andere beroep dat ik goed ken. De kern van de Te grijs is namelijk vervreemding. Diederik begrijpt de wereld niet meer en voelt zich buitengesloten en machteloos. Hoewel het journalistiek bedrijf veel absurde kanten heeft, kan het niet tippen aan het bankwezen. Dat fungeert in een eigen universum met een eigen ethiek en een vloeiende overgang tussen feiten en dromen. In zo´n surrealistische omgeving zou ieder mens in identiteitscrisis raken.



Zeker geen Bureau
Een probleem van schrijven over je oude metier is dat je veel weet. Voor je werk heb je vertrouwelijke informatie gekregen, je hebt je oog laten vallen op documenten die waren vergeten in kopieermachines, je hebt collega´s onthullingen horen doen over werk en privé. Han Voskuil heeft dit soort kennis gebruikt voor zijn succesvolle serie Het Bureau. Lezers van de boeken kunnen sommige van zijn ex-collega´s op straat herkennen en direct weten wat hun seksuele voorkeur is. Soms lijkt het of hij met iemand wil afrekenen. Dat lijkt me niet de manier om met vertrouwelijke kennis om te gaan. Te grijs is geen sleutelroman.                 

Anonieme collega’s
De B-bank is fictief, maar wat daar gebeurt, kan bij iedere bank gebeurd zijn. De berichtgeving en de literatuur over de financiële sector ondersteunen deze stelling. Wat de werknemers van de B-bank betreft: slechts één treedt uit de anonimiteit en dat is Diederiks collega Iris. Iedere gelijkenis met bestaande sympathieke bankmedewerksters berust op toeval.

Blijf aan de lijn
Tot slot een fragment over de B-bank. Een Amerikaanse kredietbeoordelaar oordeelt zeer negatief over de bank. Diederik gaat daar in een artikeltje tegenin. Hij stuurt het concept naar de concerntop en krijgt kort daarna telefoon.
“Je spreekt met de secretaris van de Raad van Bestuur. Het gaat over jouw artikel "B-bank onveranderd sterk" naar aanleiding van het negatieve rapport over ons van de Amerikaanse kredietbeoordelaar. Je verwijst naar ons eigen rapport dat heel positief is. Welk rapport is dat?”
”Dat moeten we nog maken. Ik ga ervan uit dat Reporting wel een periode kan vinden waarin we financieel stabiel waren.”
Diederik hoort aan de galm dat de telefoon op de luidspreker staat, waarschijnlijk luistert de hele raad van bestuur mee.
“Ik moet er even over nadenken,” zegt de secretaris. “Blijf aan de lijn.”
Het wordt stil. Diederik begrijpt dat de bovenbazen bespreken hoe ze afstand kunnen bewaren tot deze kunstgreep. De oplossing is snel gevonden.
“Pak het maar aan zoals je het beschreef,” zegt de secretaris. ”Laat Iris rechtstreeks contact opnemen met Reporting. We hoeven de Raad van Bestuur niet met deze kwestie lastig te vallen.”



 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten