zondag 12 augustus 2018

Te grijs Hdst 16 Vervolgonderzoek wenselijk (10 aug.)

Sinds zijn pierwandeling houdt de vrouwloze en baanloze Diederik een week lang goede moed. Hij slaagt erin af en toe te genieten van dagelijkse dingen, stoft zelfs zijn bas af en speelt mee met Let it be van de Beatles. Het wordt geen muzikaal hoogstandje, hij plonkt mee met akkoorden. Alsnog is het een belangrijke hobby die hij weer oppakt en die hem veel plezier kan brengen, muzikaal en sociaal. Natuurlijk vervalt hij af en toe in sombere overpeinzingen. Dan spreekt hij zichzelf bemoedigend toe:
“Ja, Diederik, je wordt oud en je vereenzaamt misschien, maar wat kan het schelen, de gul is onder de kust.”

Ongewenste post
Vissen gaat hij niet, wel een stuk hardlopen, of zijn fiets repareren, of naar een museum. Hij redt zich dus aardig, tot een brief arriveert over het bevolkingsonderzoek darmkanker de opgaande lijn abrupt onderbreekt. Dat hij deze keer onder druk van zijn toenmalige levensgezel een sampel ontlasting heeft opgestuurd, had hij al verdrongen. Des te groter is de schrik door de uitnodiging voor een vervolgonderzoek. Verdomme! Het gaat de laatste tijd net zo goed met het wc-gebeuren. Soms is het bijna normaal en nu dit.
Hij voelt zich als een fietser die met de wind in de rug voortsnelt, plotseling slipt en ten val komt. Hij wil de brief weggooien, die kankerzorgen stammen uit een periode die hij eindelijk hoopte af te sluiten. Dan trekt er een verlammend gevoel door hem heen en hij moet steun zoeken tegen de muur. De angst is terug, sterker dan ooit. Zijn groeiende zelfvertrouwen is in één klap verdwenen. Hij krimpt tot een bang en eenzaam wezen dat geen uitweg ziet. Hij herpakt zich met moeite en schrijft de afspraak in zijn agenda. Dan gaat hij aan de eettafel zitten en wanhoopt, wil alleen nog maar dat zijn leven afgelopen is.

Echt kut, pap
Na geruime tijd besluit hij zijn zoon te bellen. Hij loopt naar de vaste telefoon, dat vindt hij voor zo’n belangrijk gesprek prettiger
dan het mobiel dat voor hem op tafel ligt. Hij is net het nummer van Berlijn aan het intoetsen als de mobiel gaat. Het is Sebas, die vertelt dat hij in Amsterdam is vanwege een sollicitatie en wil langskomen.
“Ik heb slecht nieuws,” zegt Diederik abrupt. “Ik heb kanker.”
“Dus toch,” is het antwoord. ”Ik ben over tien minuten bij je.”
Terwijl de koffie doorloopt, hoort Diederik al haastige passen op de trap. Dan komt zijn zoon binnen en omarmt hem.
“Dit is kut, pap. Echt kut.”
Hij gaat zitten, verslagen. Diederik vertelt van de brief.
“Ze houden nog een slag om de arm, het onderzoek is niet al te betrouwbaar. Ik las in de krant…”
Maar Sebas volgt zijn eigen gedachtegang.
“I
k was er al bang voor, maar hoopte dat het iets anders was.”
Dat verbaast Diederik, hij heeft zijn kankerangst nooit met Sebas besproken en hoogst zelden met Claudia.
“Hoe bedoel je dat? Ik vertel het je voor het eerst.”
“Ik kom hier toch geregeld logeren. Dan merk ik toch dat je erg vaak naar de wc gaat. En je hebt geen prostaatprobleem, want je plast luidruchtig.”

Onbewust intiem
Diederik is verbijsterd. Samen in een huis zijn, gaat onvermijdelijk gepaard met intimiteit, maar dat mensen horen hoe je plast, daaraan denk je toch niet.
”En toen ik een keer na je op de wc kwam, had je de pot niet goed schoongemaakt, omdat je telefoon ging. Toen zag ik dat er iets aan de hand was. Daarvoor had ik al gemerkt dat het vreemd rook.”
Zijn zoon voelt het ongemak van zijn vader.
“Papa, mijn kankermedicijn is helaas van de baan, maar ik heb de ziekte wel uitgebreid bestudeerd.”
“Maar waarom heb je niks gezegd?”
“Ik wist het niet zeker, er zijn veel oorzaken voor een rare stoelgang. Toch ben ik er vaak genoeg over begonnen. Dan raakte je meteen geïrriteerd en ging over iets anders praten. Doe eens een check-up, pap, dat heb ik verschillende keren gezegd. Doe mee aan het bevolkingsonderzoek voor darmkanker. Zelfs dat heb ik gezegd, maar je vond zulke onderzoeken onzin. Wat had ik meer kunnen zeggen. Pap, je poep ruikt niet goed? Jezus, ik ben je zoon.”

Testament prematuur
Vervolgens begin hij professioneel Diederik gerust te stellen.
“Het is in jouw geval waarschijnlijk nog goed behandelbaar. Kanker wordt bovendien steeds meer een chronische ziekte. De tijd dat je na de diagnose snel je testament moest maken, is echt voorbij.”
Dan staat hij op, legt zijn handen op zijn vaders schouders en begint te huilen, Diederik voelt de tranen op zijn haar vallen. Ook hij begint te huilen, zijn eigen tranen vallen op de tafel.
“Je krijgt het wel voor de kiezen, pap,” zegt Sebas met een snik in zijn stem. “En voor mama is dit ook vreselijk.”
Hij kust zijn vader op zijn haar en gaat weer zitten. Terwijl hij zijn ogen met een tissue afdroogt kijkt hij Diederik aan met een flauwe glimlach.
“Toen ik binnenkwam, rook ik lekkere Hollandse koffie. Zal ik inschenken?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten