vrijdag 2 december 2016

Branchevreemde werkervaring schaars bij schrijvers


De balans vinden tussen werk en privé is moeilijk. Zelfs een pensionado als ondergetekende, romanschrijver uit hobby, laat af en toe zijn “vrije tijd” bederven door “werkstress”. Diederik is tegelijk een door existentiële vragen geplaagd privépersoon en een onbevredigend functionerende werknemer van de chaotische B-bank. Beide ontwikkelingen wil ik evenwichtig weergeven en integreren, want het zijn communicerende vaten. Ik kamp echter met een gebrek aan geschikte voorbeelden. Werk wordt in de meeste romans stiefmoederlijk bedeeld.


 
Vreemdganger Hermans
Een heel positieve uitzondering is Stoner van John Williams, waarin werk en privé gelijk opgaan. De hoofdpersoon is echter professor in de literatuur. Hier ligt het probleem. Veel auteurs schrijven, presenteren, acteren en doceren. Hun werkervaring buiten de wereld van het woord is beperkt. Arnold Grunberg waste enige tijd borden en hielp in een apotheek. Herman Koch werkte ooit een jaar op een boerderij in Finland. Als we kijken naar de Grote Drie kan alleen Willem Frederik Hermans bogen op een branchevreemde loopbaan. Aan zijn ervaring als geoloog en universitair docent danken wij het fascinerende Nooit meer slapen en het geestige Onder professoren.
 
Klokkenluidster  
De financiële wereld is in Nederland zelden bron van literaire inspiratie. De ondergang van de SNS Bank van klokkenluidster Hetty van de Laar leest als een roman, maar wel een met heel veel details over gefoezel in de vastgoedwereld. Volwaardige romans over de geldwereld ken ik alleen uit de VS. Catch 22-schrijver Joseph Heller schetst in Something happened het leven van een manager bij een verzekeringsmaatschappij, terwijl Thomas Wolfe in Bonfire of the vanities de zakelijke en persoonlijke ondergang van een effectenhandelaar beschrijft. Ik heb altijd gedacht dat zij hun diepgaande kennis van de financiële wereld ontleenden aan eigen ervaring, maar bij het fact checken voor dit blog blijkt dat ook hun levens zich in de wereld van het woord hebben afgespeeld. Dit is overigens een compliment voor hun diepgaande research.     

Werk en privé
Nu terug naar onze held, die eindelijk even ontspant op zijn werk en gestoord wordt door zijn collega Iris. Ze is erg boos.
“Diederik, we moeten praten. Ik ben net door P&O afgebrand omdat het artikel over Wajongers nog niet op het net staat. Het was klaar, je hoefde alleen op het publiceerknopje te klikken. Dat moet zelfs jij kunnen.”
“Ik snap ook niet waarom het er niet opstaat.”
“Dat is precies het probleem,” zegt ze zo luid, dat iedereen kan meeluisteren. ”Je snapt er allemaal nog steeds geen bal van. Ik ben het zat. Spuugzat.”
Ze somt een verpletterend lange reeks fouten van hem op en alle gevoel trekt uit hem weg. Wanneer ze is uitgepraat, pakt hij zijn computer in en gaat naar huis. Daar staat hij meteen oog in oog met Claudia.
“Ik wil heel serieus met je praten,” zegt ze op onheilspellende toon. “Je hebt de wasmachine op 90 graden gezet en mijn mooiste bloezen en truitjes verpest. Gisteren verbrandde het vlees, vorige week sneuvelde de porseleinen schaal van oma. Het kan zijn dat je vriendin Iris een eindeloos geduld heeft met je fouten, maar ik ben het helemaal zat.”
Spuugzat, vult hij in gedachten aan. Opnieuw treedt hij zwijgend uit de situatie en gaat in zijn kamer voor het aquarium zitten. Hij is te leeg, te murw om te huilen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten