vrijdag 23 oktober 2020

Schrijversbloed kriebelt weer

Ik heb al een jaar niet geschreven. Ik heb uitgevers geselecteerd en gewacht op de acceptatie van het aan hun wensen aangepaste manuscript. Na afwijzing heb ik me verdiept in typografische kwesties, druktarieven, ISDN-nummers en boeken uitgeven. Ik heb een graficus en een omslagontwerper gezocht, gevonden en hun duidelijk gemaakt wat ik voor ogen heb. Over dit alles heb ik wekelijks een blog geschreven, zodat de totale omvang van mijn posts die van mijn roman verre overtreft. Hoewel het boek pas over een maand of twee fysiek klaar is, kriebelt mijn schrijvershart weer. Ik wil weer aan de bak, maar waarmee? Een vervolgroman? 


Elf delen trilogie
Ik heb nooit het plan gehad om een serie romans te schrijven. De gezaghebbende criticus Menno ter Braak waarschuwde hier in 1939 al tegen. Inhoudelijk neemt de urgentie af, omdat men “speculeert op het crediet der uitgebreidheid”. Dit zou het geval kunnen zijn met Elisabeth Howard’s vijfdelige Caselet Chronicles, waarvan de delen kwalitatief nogal verschillen. Ik heb de klacht nooit gehoord over de semi-biografische zes delen Mijn strijd van de Noor Karl Ove Knausgard.
Ter Braak waarschuwde ook voor de druk op de auteur van vervolgboeken, die verlammend kan werken. Kan, want onze eigen A.F.Th. van der Heijden begon met de De tandeloze tijd aan een trilogie, maar publiceerde (tot nu toe) elf delen rond de ik-persoon Albert Egberts, het meest recente verscheen vorig jaar. “Dat is waarschijnlijk niet helemaal wat je bedoelt met een vervolgroman,” zei mijn researcher met droge humor. Ik ben 69. Zelfs als ik iedere twee jaar een deel produceer zou ik bij deel tien 89 zijn. Mijn vader werd 99, maar zijn productieve jaren lagen toen al decennia achter hem. 

Nooit meer chemo
Bij In de schaduw van de Wolkenkrabber (2012) hebben Cécile Sanders en ondergetekende nooit gedacht aan een opvolger, omdat de hoofdpersoon vermoord zou worden. Niemand heeft daar ook naar gevraagd. Bij Een kleine promotie toonden verschillende meelezers zich nieuwsgierig naar de toekomst van Diederik en zijn vrouw Claudia. Ik ben dat intussen ook, maar Diederiks ziekte blokkeert mijn denken. Ik heb zelf darmkanker gehad en vind het al heel stoer dat ik de ziekte heb vermeld. De behandeling met chemotherapie begin ik te vergeten. Opnieuw die ellende oprakelen, ga ik niet doen. Al zou ik er een uitgever mee vinden.

Met dank aan Cécile Sanders (research) en Angeline Jansen (eindredactie)
De simpelste manier om te reageren is via facebook of michiel.nooren@outlook.com.
Onder dit blog komt het reactieveld tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Jouw naam komt dan in het reactieveld

Geen opmerkingen:

Een reactie posten