zaterdag 27 juni 2015

Fikse voorsprong op mezelf


De eerste maand schrijverschap zit er op en de resultaten zijn kwantitatief boven verwachting. Reden genoeg om met u te toasten. Ik heb 14.332 woorden geschreven en loop ruim anderhalve week voor op mijn planning. En dat zonder stress, zonder kilometers te wandelen om mijn dagelijkse portie bij elkaar te sprokkelen. Ik sta op, ontbijt, lees de laatste regels van de vorige dag en ga een halfuurtje fietsen. Tijdens dat ritje dienen zich al fragmenten aan van de tekst van die dag. Op de terugweg verheug ik me erop om die te schrijven. Thuisgekomen ga ik direct aan het toetsenbord, pas later zet ik koffie.




Voorpret
Deze week had ik een scène waarop ik me extra verheugde. Ik had geschreven dat Diederik de kleding van zijn volslanke vrouw Claudia ouwelijk en suf vindt. Nu ging ik hem zelf voor de spiegel zetten. Zijn eigen kleren blijken vaal en slobberig. Ook ontdekt hij dat zijn huid vol vlekjes zit. “Gelukkig ben ik nog slank”, denkt hij. Hij trekt zijn T-shirt op en laat zijn broek zakken om zijn buik te bewonderen. Die stulpt uit, hoewel zijn gewicht hetzelfde is als toen hij van de middelbare school afkwam. Hij gaat op de rand van het bed zitten en vervalt in zelfkritische overpeinzingen.



Puisten en struikelingen
Ik had bij die spiegelscène zo´n voorpret, omdat ik vrij was in mijn doen en laten en niemand kon schofferen. Ik mag mijn alter ego indien nodig smerige puisten geven, laten stinken uit zijn mond, laten struikelen over iedere dorpel. In het geval van zijn collega Iris of zijn echtgenote Claudia vind ik dat moeilijker, zoals ik in blog 2 (Ze ruikt naar bloemenhoning) uiteenzette. Ik kreeg hierop twee reacties, een ontkennende en een accepterende.


Boetserend godje
Margot Taal haakt in op mijn opmerking dat ik met Claudia geen emotionele band heb, ik ken de vrouw nog niet goed. Margot verbaast zich daarover: “Je hebt in het echte leven een echtgenote met wie je een sterke emotionele band hebt. Neem die als model en voilá.” Cécile Sanders adviseert me om gewoon los te gaan en “als een klein godje mijn eigen universum te boetseren”. Er zal onvermijdelijk een gelijkenis zijn met bestaande personen en gebeurtenissen. Immers: “Hoe gek je het ook verzint, de werkelijkheid blijkt vaak nog veel gekker”.

Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld. Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

zaterdag 20 juni 2015

Een personage herrijst uit de dood

De woorden die we schrijven, wellen op in onze geest. We hebben weinig greep op de kwaliteit en de kwantiteit van de stroom. Duidelijk is dat onze fantasie beperkt is. De werkelijkheid staat model, de gebeurtenissen die we meemaken, de mensen in onze omgeving. Daarom zie je in veel boeken de disclaimer dat iedere gelijkenis van de geschetste personen en situaties met de werkelijkheid op toeval berust. Dat voorkomt juridische problemen. Tegenover gegriefde echtgenotes, vrienden en collega’s klinkt zo’n voorbehoud natuurlijk zwak.

Eenzaamheidsrisico
Om het schrijversbestaan niet te eenzaam te maken, houd ik voortdurend rekening met eventuele fallout van mijn tekst. Zodra een personage teveel lijkt op iemand uit mijn omgeving, plak ik baarden en snorren, verf haren of geef mensen kleren aan die ze nooit zouden dragen. Helaas heb je vaak niet meteen in de gaten op wie je een scène modelleert.


Triest afscheid
Zo beschreef ik deze week de crematie van een oude vriend van Diederik. Op de foto zie je dat ik research heb gedaan naar het afscheid en verdrietverwerking. Het werd een heftige scène. De man, slachtoffer van een uitgesproken nare aandoening, had geen vaste partner en geen kinderen. Behalve de buurvrouw was er in de afscheidsruimte alleen een groepje oude vrienden, die hem al jaren uit het oog waren verloren. De begrafenisondernemer vergiste zich in de naam van de dode. Er was geen koffie met cake, laat staan drank, om financiële redenen.

Onverwachte terugkeer
Ik moet zeggen dat ik de ogen amper droog hield terwijl ik zat te tikken. Ineens ging de telefoon. Meteen toen ik de stem hoorde, besefte ik wie model had gestaan voor de hoofdpersoon in de scène. Wat moest ik zeggen. Ik vroeg me net af hoe het met je ging? Terwijl ik zijn stoffelijke resten net met muzikale begeleiding achter een gordijn had laten verdwijnen. Ik stond met de mond vol tanden. Tenslotte zei ik: “leuk dat je belt. Ik zat net aan je te denken.”

Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Je Alleen je naam komt in het reactieveld.

zaterdag 13 juni 2015

Ze ruikt naar bloemenhoning


Dat schrijversleven is zo kwaad nog niet. Ik heb voor de tweede week de planning van 500 woorden per werkdag gehaald, zonder veel te hoeven lopen. Uitgeprint zijn het ongeveer tien kantjes A4. Volgens mij zitten er heel aardige tekstjes bij.

Houten klazen
Schrijven is een soort reis voor alleengaanden. Het programma is bekend, maar van de medereizigers heb je nog maar een schematische indruk. Tijdens de reis moeten het levende mensen worden. In het vorige boek hadden Cécile en ik een hoofdpersoon die niet tot leven kwam, Amalia. We hebben haar muziek laten maken, laten mediteren, haar opgevoerd in sexy kleertjes. Hoewel ze het middelpunt was van diverse dramatische gebeurtenissen, heeft geen enkele lezer iets over haar gezegd. Als ze haar op straat waren tegen gekomen, hadden ze haar niet herkend. Ze bleef een houten klaas.    


Vooral chagrijnig
Wil je een personage tot leven brengen, dan moet je er een emotionele band mee opbouwen. Er moet vroeg in het verhaal een vonk overspringen. In Te grijs is dat al gebeurd met de hoofdpersoon, de zestigjarige Diederik. Alles wat hij doet is een feest der herkenning, Logisch, want hij is vooralsnog een herkenbare versie van mijzelf. Met zijn echtgenote, Claudia, heb ik nog weinig, ze is vooral chagrijnig. Waarom Diederik van haar houdt, is mij nog niet duidelijk.  

Een heerlijke collega
Dan is er een derde personage, collega Iris. Ze is hardwerkend, heeft drie kinderen en ziet er goed uit, dat wist ik toen ik begon te schrijven. Er ontstaat tussen haar en Diederik een verliefdheid, die overigens op niets uitloopt. Toch moet er een vonk overspringen tussen haar en Diederik en tussen haar en mij. Dat gebeurde eergisteren. Ik beschreef hoe ze bij een vergadering naast Diederik komt zitten en ineens wist ik dat ze naar bloemenhoning rook. Die had ik toevallig in huis, dus ik rook aan het potje voor de realitiy check. Inderdaad, zo was haar geur. Een heerlijke vrouw, die Iris, ik wil haar graag beter leren kennen. Gelukkig wil Diederik dat ook.  
Het reactieveld komt tevoorschijn als je klikt op Opmerkingen. Probleem met plaatsing? Klik de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.

zaterdag 6 juni 2015

Bijna gestrand op de tweede zin


Vorige week legde ik in dit blog mijn ambitieuze productieplanning vast. Natuurlijk was ik bang voor schrijfkramp. Ik had gelukkig al de eerste zin, over de hoofdpersoon die een spoortje bloed ontwaart in de wc-pot. De tweede zin ligt dan voor de hand: Diederik belde meteen de dokter. Hij als 60-jarige weet immers maar al te goed dat bloed in de poep leipe shit is. Van de andere kant: het is een paar keer eerder gebeurd en Diederik wil het gezellig houden. Bovendien moet hij het verontrustende nieuws aan zijn vrouw Claudia vertellen, die scène heb ik al ingepland.



Persers en lopers
En daar zit ik dan met mijn laptop aan de keukentafel op de eerste dag van mijn schrijversbestaan. Wat nu? Er zijn twee types schrijver: de persers en de lopers. De eerste rammen net zo lang op hun toetsenbord tot ze de tweede zin hebben. Desnoods tikken ze honderd varianten. Ik denk dat veel lezers van dit blog tot dat energieke type behoren.
  
Eerst genieten
Zelf behoor ik tot de lopers, een wat gemakzuchtiger literair ras. Als ik vastzit, ga ik wandelen, liefst een vaste route. De eerste vijf minuten denk ik bewust niet aan de tekst. Ik kijk naar de voorbijgangers, bewonder bloeiende planten en geniet van de eventuele zon. Dan, op een vooraf bepaald punt, herhaal ik mijn laatst regel. Meestal hardop en daar moet ik mee oppassen. Niet iedereen hoeft te weten wat ik op de wc doe.
 
Probleem weggepoetst
Daar zat ik dus al meteen vast met mijn verhaal. Natuurlijk krijgt Diederik kanker, maar als ik dat in mijn tweede zin al uitschreeuw, legt de lezer het boek weg. Fuck man, weer zo’n verhaal over kanker en dat de zieke er bewuster door is gaan leven. Meer oog heeft gekregen voor waar het echt om gaat. Jakkes! In mijn boek komt van alles voor, maar het hoofdthema is de liefde. Ik stond van de tafel op om mijn wandelschoenen aan te trekken, maar besefte ineens dat de tweede zin voor de hand lag: hij borstelt het streepje rood zorgvuldig weg. Toen kwam alles op gang en kon ik drie uur later de pc uitzetten met 513 woorden op de dagteller.

Om reacties te zien klik op Opmerkingen onderaan de tekst. Wil je een reactie achterlaten, klik dan de klaplijst achter Reageer als open en klik op Naam/URL. Voer je naam in en als URL: www.mn.nl. Alleen je naam komt in het reactieveld.